U bent hier
Stad voert in januari GAS-boete voor (seksuele) intimidatie in.
Een vrouw (of man) nafluiten, aanklampen of seksistisch beledigen op straat: het kan u vanaf 2018 in Sint-Niklaas een GAS-boete opleveren tot 350 euro. Met die maatregel wil het stadsbestuur korter op bal spelen bij gevallen van seksuele intimidatie.
Iedereen zag het wellicht al een keer gebeuren. Een bouwvakker die een jonge vrouw minutenlang nafluit, een chauffeur die vertraagt naast een zomers geklede dame om er een schunnige opmerking over te maken of iemand die ongevraagd een mooie verschijning aanklampt op straat. Gedrag dat, als het door het slachtoffer als intimiderend wordt ervaren, vanaf 1 januari 2018 strafbaar is via het GAS-reglement van de stad Sint-Niklaas. Dat stelt dat 'het verboden is om personen devlotte doorgang te belemmeren, hen op enigerlei wijze te intimideren of hen ongewenst na te roepen, te beledigen, aan te klampen of na te lopen.' Het prijskaartje dat eraan vast hangt, kan oplopen tot 350 euro.
Het initiatief voor de invoering van de nieuwe politieregel kwam van gemeenteraadslid Veerle De Beule. Zij kwam in februari van dit jaar met het voorstel op de proppen en zag het deze maand goedgekeurd worden door de gemeenteraad. “Mensen die zich seksueel geïntimideerd voelen kunnen klacht indienen bij de politie en krijgen via het systeem van de GAS-boetes voortaan een vorm van snelrecht”, weet De Beule. “Vroeger moest er een omslachtige procedure gevolgd worden en gingen de daders in vele gevallen vrijuit. Voor de slachtoffers geeft het voldoening als ze ondervinden dat hun klacht sneller wordt afgehandeld. De anonimiteit van de daders wordt ook doorbroken waardoor er een afschrikeffect ontstaat. Ze worden sneller op hun fouten gewezen en ter verantwoording geroepen om hun gedrag aan te passen. Door de seksuele intimidatie onder te brengen in het GAS-reglement is de stad niet afhankelijk van justitie en kan ze zelf zorgen voor een snelle behandeling. Voor zwaardere vormen van seksuele intimidatie zoals aanranding of exhibitionisme blijft een strafrechtelijke piste wel nog steeds noodzakelijk.”