Over bussen, haltes en De Lijn in 5 vragen en antwoorden

Er is al heel wat te doen geweest over het nieuwe bussenplan van De Lijn? Waarom doet De Lijn die aanpassingen?

De Lijn doet de aanpassingen als een gevolg van het in 2019 goedgekeurde decreet basisbereikbaarheid*. Hiermee wordt mobiliteit op een totaal andere manier bekeken in Vlaanderen. Het idee van basismobiliteit, waarbij iedereen binnen een redelijke afstand een bediende bushalte moest hebben wordt verlaten. Openbaar vervoer focust zich op de trajecten die veel gebruikt worden en dat in het kader van woon-werk of woon-school verplaatsingen.

Waarom deze wijziging?

Het doel van Vlaanderen is te komen tot duurzamer, efficiënter en dus betaalbaarder mobiliteit.  

Mobiliteit wordt daarom niet meer benaderd vanuit 1 vervoermiddel, maar wel vanuit een netwerk: bv de bus moet dan niet overal meer rijden maar mensen moeten nog wel veilig en comfortabel tot bij die bus geraken: dat kan te voet, per (deel)fiets of per flextaxi. Op een zogenaamd ‘Hoppinpunt’* wisselt men dan van vervoermiddel. Dat heet combimobiliteit*.

Vlaanderen verandert ook meteen de beslissingsstructuur: 15 vervoerregio’s praten mee met Vlaanderen over de nieuwe structuur. De Lijn beslist echter nog steeds over de hoofdbuslijnen. De regio’s beslissen ook over een regionaal mobiliteitsplan.

Dat overstappen, hoe gebeurt dat? Wordt het niet ongelooflijk ingewikkeld zo?

Voor alle duidelijkheid: je moet niet overstappen. Op plaatsen waar geen reguliere busdienst is, kan je een plaatsje op de flexbus of flextaxi bestellen. Dat moet bv. 1 uur op voorhand. Deze bus of taxi brengt je op een hoppinpunt waar je kan overstappen op een reguliere lijn. Een app of website kan je helpen bij het plannen van je reis. Je zal dan in één beweging ook je ticket kunnen bestellen.  

In de oefening verdwijnen nogal wat haltes en lijnen? Dat is toch niet aantrekkelijk?

Er zijn 3 soorten haltes die verdwijnen: er zijn haltes die verdwijnen op trajecten waar geen bus meer rijdt. Er zijn haltes die verplaatst worden (maar ook vervangen door andere) en er zijn haltes die verder van mekaar gelegd worden ten gevolge van de nieuwe afstandsnormen.

Men wil immers ook de lijnen op die veelgevraagde trajecten versterken door klokvaste en meer frequente verbindingen. Alle verbindingen met de ons omliggende kernen zullen minstens om het half uur rijden in de daluren. In de piekuren zelfs frequenter! Dat kan je doen door lijnen en trajecten te bundelen (een vaste route) en het aantal haltes te verminderen. Zo wordt de reistijd minder en kan dezelfde bus meerdere keren op hetzelfde traject worden ingezet.

Naar onze stad zal er hierdoor een verbinding met Belsele en Sinaai zijn elk kwartier, Nieuwkerken en Temse elke 20 minuten en alle andere bestemmingen elk halfuur.  

Er rijden geen stadsbussen meer?

De 4 stadsbuslijnen zoals we ze vandaag kennen zullen inderdaad niet meer rijden. De bediening van de haltes wordt vervangen door de streekbussen (die dus aan hoge frequentie zullen rijden) en door de stadsbus die nog in een lus door de stad zal rijden van Station naar Waasland Shopping Center met stops aan het Welzijnshuis en de ziekenhuizen en later ook aan het nieuwe zwembad in Puyenbeke.

*Meer weten? Neem dan zeker eens een kijkje op https://www.vlaanderen.be/basisbereikbaarheid, waar aan de hand van een eenvoudig filmpje o.a. deze begrippen worden uitgelegd.