U bent hier
Programma 2024
0. Onze speerpunten
Samen met de N-VA voor welvaart en veiligheid!
Vastberaden en strijdvaardig wil de N-VA verder de leiding van het stadsbestuur nemen na de gemeenteraadsverkiezingen van zondag 13 oktober. Ondanks de moeilijke omstandigheden kon de N-VA de voorbije jaren een aantal ingrijpende veranderingen doorvoeren. Wij maakten de stadsfinanciën weer gezond (mét een belastingvermindering er bovenop), verfraaiden het openbaar domein, begonnen met de bouw van het nieuwe zwembad en de heraanleg van de Grote Markt, voerden de strijd tegen criminaliteit op en investeerden zwaar in verkeersveiligheid.
Met een sterk programma en een sterke ploeg kandidaten wil de N-VA de komende zes jaar werk maken van:
• Een veilig Sint-Niklaas
Een 20 punten-plan met o.m. versterking van de politie, een permanente politiepost op het Stationsplein, een politie-opleidingscentrum op Westakkers en sluiting van het asielcentrum aldaar, meer verkeersveiligheid en strenge drugsbestrijding
• Een ‘dichtbij’ Sint-Niklaas
Meer werk in eigen stad, meer aandacht voor de eengezinswoning, vlotte verplaatsingsmogelijkheden voor voetgangers en fietsers en bereikbaarheid van alle essentiële diensten en aantrekkelijke groen in elke woonbuurt.
• Een sociaal rechtvaardig Sint-Niklaas
Een krachtig seniorenbeleid, voldoende kinderopvang, een billijker kansenpassysteem, Nederlands leren en werk zoeken (voor wie daartoe in staat is) als voorwaarden voor sociale steun en meer aandacht voor buitengewoon onderwijs en ‘b-stroom’.
• Een bruisend Sint-Niklaas
Bouw van een nieuwe bibliotheek en Huis van het Kind, een nieuwe sporthal aan De Witte Molen, ondersteuning van het verenigingsleven (jeugd, cultuur, sport, senioren) en Sint-Niklaas als ‘jeugdstad van Vlaanderen’, ballonhoofdstad en Stad van de Sint.
• Een levendige stad met sterke deelgemeenten
Behoud van de dienstverlening, heraanleg van de Molenwijk in Belsele, verdere ontwikkeling van de site Ter Beke in Sinaai, veilige fietspaden in Nieuwkerken (N451 en Heihoekstraat) en een masterplan voor de socio-culturele lokalen in Puivelde.
1. Een veilig Sint-Niklaas: 20 punten-plan voor meer veiligheid
Voor de N-VA betekent een ‘veilige stad’ meer dan de afwezigheid van criminaliteit. De zichtbare politie-aanwezigheid en de plaatsing van toezichtscamera’s dragen bij aan het veiligheidsgevoel van onze inwoners, maar meer politie of toezichtscamera’s op elke straathoek zijn geen absolute garantie voor een veilige stad. Een veilige stad is een aangename stad, waar het aantrekkelijk is om te wonen, werken, winkelen en naar school te gaan. Een stad die leeft, waar je met plezier en zonder zorgen uitgaat en ontmoet. Dit vergt een interdisciplinaire aanpak, waarbij vele actoren betrokken zijn en waar preventie, repressie en herstel een plaats hebben.
De voorbije twaalf jaar hebben stadsbestuur, politie en brandweer heel wat nieuwe initiatieven genomen om de veiligheid te bevorderen en criminaliteit en overlast tegen te gaan. De N-VA wil daarop verder bouwen met dit 20 punten-plan. Zo willen we o.m. een permanente politiepost op het Stationsplein, de mogelijkheid invoeren van taakstraffen voor sluikstorters en de sluiting van Westakkers als tijdelijk noodopvangcentrum voor asielzoekers.
Daarnaast leveren we de nodige inspanningen voor o.m. de bestrijding van drugscriminaliteit en onaangepast gedrag in het verkeer.
Ons 20 punten-plan voor meer veiligheid:
1.1 - Het aantal ‘klassieke’ misdrijven, zoals diefstallen en inbraken, is de voorbije jaren drastisch gedaald, maar dit mag de aandacht daarvoor niet doen verslappen. De lokale politie biedt een reeks preventieve maatregelen, waarvoor burgers nog meer moeten worden aangemoedigd om er gebruik te maken, zoals diefstalpreventie-advies (DPA), fietslabeling en vakantietoezicht. Ook de oprichting van nieuwe buurtinformatienetwerken (BIN’s) moet verder worden ondersteund.
1.2 - Door de nabijheid van Antwerpen en de Waaslandhaven kampt Sint-Niklaas met een toename van de drugscriminaliteit. Het aantal cannabisplantages dat wordt ontdekt en ontmanteld, lijkt te dalen, maar de drugstrafiek vanuit de haven neemt toe en de complexe netwerken van dealers blijven groeien. Drughandel en -gebruik in het uitgaansleven en de lachgasproblematiek verdienen ook aandacht met meer controle op straat. Voor de N-VA blijft de strijd tegen drugs onverminderd een prioriteit – van de sensibilisering van vooral jongeren tot de harde aanpak van de drugscriminelen. Dit vergt o.m. een goed georganiseerde samenwerking met andere politiezones en de federale politionele en gerechtelijke instanties.
1.3 - Meer zichtbare politie-aanwezigheid en een doordachte inplanting van toezichtscamera’s dragen bij tot de veiligheid in de publieke ruimte, vooral – maar niet uitsluitend – tijdens evenementen en in de uitgaansbuurt. De fietsteams vervullen hierbij een belangrijke rol. Tijdens de weekends worden op drukke momenten in de uitgaansbuurt (in het bijzonder ’s avonds en ’s nachts) extra ploegen met politievoertuig ingezet. De politie krijgt de nodige middelen voor de uitvoering van haar jongerenactieplan om de contacten met de jeugd en het vertrouwen in de politie te verbeteren.
1.4 - Onaangepast gedrag in het verkeer is niet alleen strafbaar, maar brengt ook andere weggebruikers en de overtreders zelf in gevaar. De politie sensibiliseert én sanctioneert indien nodig alle categorieën weggebruikers met bijzondere aandacht voor o.m. steps, speedpedelecs, straatraces en patserwagens.
1.5 - Bij ernstige incidenten maakt de politie gebruik van bodycams en worden politiehonden ingezet. Deze laatste kunnen ook ontradend werken. Om een herhaling van te voorkomen kan de burgemeester een plaatsverbod voor de daders opleggen, een samenscholingsverbod uitvaardigen of een systematische identiteitscontrole laten uitvoeren (zgn. nultolerantie).
1.6 - Het Stationsplein – met o.m. het stationsgebouw, het busstation, de Siniscoop en de fietsenberging – verdient extra politionele aandacht. Naast de politie-aanwezigheid tijdens de schoolspits (’s ochtends en ’s avonds) is de inplanting van een permanente politiepost een noodzaak. Bij de NMBS wordt aangedrongen op latere openingsuren van de loketten.
1.7 - De wijkpolitie is de voorbije jaren aanzienlijk versterkt. Een verdere uitbreiding is nodig, in lijn met de groei van het bevolkingsaantal en de toename van het aantal opdrachten. Het is belangrijk dat burgers zich, indien nodig, kunnen wenden tot hun wijkpolitie. De betrokkenheid en bemiddelende opdracht van de wijkpolitie verdient eveneens aandacht.
1.8 - Verschillende pleinen, buurtparken en hofwijken kampen niettemin met overlast (lawaai, afval, hanggedrag, verbale agressie, onaangepast rijgedrag). Een systematische en interdisciplinaire aanpak van deze fenomenen moet bijdragen tot het herstel van de leefbaarheid van deze plaatsen. De politie heeft hierin een belangrijke rol, zowel de wijkploegen als de interventie-teams.
1.9 – Samen met het het provinciebestuur wordt verder werk gemaakt van de veiligheid op het provinciaal recreatiedomein De Ster. Dit moet in eerste instantie een attractiepool zijn voor jonge gezinnen, sporters, jongeren en senioren uit het Waasland. Er was reeds de invoering van de verplichte identiteitscontrole en het dubbele tarief voor bezoekers van buiten Oost-Vlaanderen, maar ook nieuwe maatregelen worden in dit kader genomen.
1.10 - Gemeentelijke administratieve sancties (de zgn. GAS-boetes) zijn een instrument om o.m. sluikstorten en andere vormen van overlast en kleine criminaliteit te beteugelen die anders onbestraft zouden blijven wegens seponering. De N-VA wil alleszins de ‘pakkans’ verhogen. Waar wettelijk mogelijk willen we boetes vervangen door gemeenschapsgerichte taakstraffen, die bij de daders het schuldinzicht en de herstelbereidheid verhogen. We hanteren voortaan niet alleen het principe ‘de vervuiler betaalt’, maar ook ‘de vervuiler ruimt op’.
1.11 - De zedeninspecteurs van de politie besteden de nodige aandacht aan seksueel grensoverschrijdend gedrag, met zorg voor de slachtoffers en opvolging van de daders. De politie zet ook haar inspanningen verder in het detecteren en aanpakken van huishoudelijk geweld en problematische opvoedingssituaties.
1.12 - De milieu- en dierenpolitie heeft een belangrijke taak bij het voorkomen, vaststellen en beteugelen van milieumisdrijven en dierenmishandeling.
1.13 - Het voorkomen en tegengaan van cybercriminaliteit vraagt heel veel technische en juridische kennis, die o.m. bij onze politiediensten wordt verruimd. Het komt immers steeds meer voor in verschillende vormen: mensen die vaststellen dat hun bankrekening is geplunderd, websites en Facebook-profielen die worden gehackt, het internet van een bedrijf of overheidsinstantie dat wordt platgelegd, phishing… Belangrijk is dat burgers, bedrijven, instellingen en organisaties die het slachtoffer zijn van cybercriminaliteit dit blijven melden.
1.14 - De economische ondermijning manifesteert zich o.m. in bepaalde kappers-, pizza- en gsm-zaken, carwash-bedrijven en minisupermarkten die nauwelijks klanten tellen of die diensten en producten tegen zeer lage prijzen aanbieden (waarbij het dikwijls gaat om namaakproducten). Opzet bij vele van deze zaakvoerders is het witwassen van geld. Tegelijk doen zij aan concurrentievervalsing met bonafide ondernemers. De aanpak van deze vorm van criminaliteit kan slechts slagen mits een degelijke informatie-uitwisseling en samenwerking tussen o.m. politie, fiscus, sociale en economische inspectie, Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid en brandweer. Samen voeren zij zgn. flexacties uit in dergelijke winkels en zaken – meestal met resultaat. Even belangrijk is een (bij voorkeur voorafgaande) screening van de firma’s en de zaakvoerders. Dankzij Vlaams minister van Justitie Zuhal Demir worden de mogelijkheden inzake bestuurlijke handhaving verruimd voor de burgemeesters en lokale besturen.
1.15 – Er komt een bijkomend, nieuw politiecomplex aan de hoek Kroonmolenplein/Dalstraat zal de politie over ruime, eigentijdse infrastructuur beschikken.
1.16 - Permanente aandacht moet worden besteed aan een klantgericht onthaal en een passende slachtofferhulp. De mogelijkheden in dat verband moeten worden verruimd. Slachtofferhulp moet actief worden aangeboden en opgevolgd.
1.17 - De N-VA is voor een betere samenwerking van de verschillende lokale politiezones. Bij een volgende politiehervorming door de federale overheid moeten de Wase steden en gemeenten worden ondergebracht in één Politiezone Waasland, die qua gebiedsomschrijving overeenstemt met de regio Waasland, zoals vastgelegd in de Vlaamse regiovorming.
1.18 - Voor de brandweer en dringende geneeskundige hulp (ziekenwagens) behoort Sint-Niklaas tot de Hulpverleningszone Waasland. De N-VA ijvert voor een uitbreiding met Lokeren, Moerbeke-Waas en Zwijndrecht, zodat de zone samenvalt met de hele regio Waasland. Een eventuele herlokalisering van de brandweerkazerne, die momenteel in de Nijverheidsstraat is gevestigd, moet in zonaal perspectief worden bekeken. Degelijk materiaal, voldoende personeel en permanente inzetbaarheid zijn essentieel voor een performante brandweerhulp. Eveneens belangrijk zijn sensibilisering en educatie bij burgers, bedrijven, verenigingen, instellingen en evenementen.
1.19 - We bepleiten bij de federale overheid het versmelten van de politie- en hulpverleningszones in onze regio tot één Veiligheidszone Waasland.
1.20 - Een degelijke opleiding en een systematische vorming, bijscholing en training is absoluut nodig voor politie, brandweer en ambulanciers. In 2021 werd, mede op initiatief van de N-VA, een deel van het vroegere militair domein Westakkers (Sint-Niklaas) in gebruik genomen als oefenterrein voor de geïntegreerde politie, waarbij ook andere hulpdiensten kunnen worden betrokken. De N-VA pleit voor de sluiting van het aanpalende tijdelijk noodopvangcentrum voor asielzoekers, zodat het hele domein verder kan worden uitgebouwd tot een volwaardig oefencentrum en -terrein.
2. Een dichtbij Sint-Niklaas: alles dichtbij in de 15 minuten-stad
Onze stad en de wereld rondom ons verandert snel. Sint-Niklaas groeit zeer snel, sneller dan zelfs de meest ‘gunstige’ prognose. Waar de Vlaamse Overheid voorspelt dat we de 90.000 inwoners gaan bereiken tegen 2035, is het aan dit tempo zeker dat we dat getal al halen in 2030. Het aandeel mensen van niet-Belgische afkomst steeg tot een derde en we worden geconfronteerd met een groeiende vergrijzing. Daarnaast is het aandeel jongeren ook groter dan het Vlaams gemiddelde.
Deze veranderingen in bevolking zetten een druk op de publieke en private dienstverlening: meer zorgnoden, nood aan woningen, meer nood aan jobs dichtbij, plaatsen op school, de vraag naar meer groen nabij en meer ruimte voor vrijetijdsbesteding. Meer vraag naar mobiliteit ook met verschillende modi die mekaar concurreren voor een plaats in onze stad. Met de 15-minutenstad schuift de N-VA een toekomstbeeld van onze stad naar voor van een aangename woon-en belevingsstad waar alle essentiële functies binnen 15 minuten te vinden zijn: werk, school, gezondheidszorg, ontspanning en boodschappen. Om dat te bereiken werken we op 5 domeinen:
- Meer werk in eigen stad door het intensifiëren van bestaande industrieterreinen, aansnijden van de resterende industrieterreinen en inzetten op meer kantoorjobs.
- De ongebreidelde verappartementisering moet vermeden worden door enkel kwalitatieve en dus voldoende grote projecten te vergunnen en zo de ééngezinswoning in onze stad te beschermen.
- Aantrekkelijke publieke en groene ruimtes voorzien we op wandelafstand van je thuis.
- Dit vereist dat je je als voetganger en fietser veilig moet kunnen verplaatsen.
- Maar we zorgen ook door een sterk sturend vestigingsbeleid voor essentiële diensten in je buurt (huisarts, tandarts, buurtsuper).
2.1. Ruimte om te werken
We zetten als partij heel hard in op activering. Een job is de beste garantie tegen armoede.
Toch zijn er ook lokale obstakels om mensen op een laagdrempelige manier te begeleiden naar werk. Zo is het aantal jobs dat lokaal beschikbaar is een grote factor om mensen al dan niet aan het werk te krijgen. De mobiliteitsbehoefte of -armoede speelt daarbij een cruciale rol. Lokaal jobs aanbieden is dus een must.
In Sint-Niklaas zitten de meeste jobs in onderwijs, zorg, zakelijke dienstverlening en kleinhandel. Die concentratie van gespecialiseerde jobs zorgt voor veel inkomend pendelverkeer. Anderzijds zorgt het gebrek aan jobs voor hooggeschoolden dan weer voor veel uitgaande pendel.
We moeten dus ruimte voorzien voor een divers extra aanbod van jobs in onze stad. Er zijn vandaag in Sint-Niklaas slechts 78 jobs beschikbaar voor 100 werkenden. Hiermee bengelen we aan de staart van de centrumsteden.
Werk in eigen stad verhoogt de kansen op werk, verlaagt de mobiliteitsnood en verhoogt het potentieel gebruik van duurzame vormen van vervoer. Meer kansen om te werken en te wonen, betekent ook meer kansen om te consumeren in eigen stad: winkels, horeca en andere vrijetijdsbesteding varen wel bij meer mensen die van buiten naar hier komen werken en mensen die hier wonen en werken. Een gediversifieerd jobaanbod garandeert een aantrekkelijkere stad om te wonen en te werken.
We moeten oude terreinen intensiever gebruiken en de voorziene nieuwe terreinen aansnijden:
- De oude industrieterreinen in onze stad moeten een transitieplan krijgen, gesteund door hogere overheden om meer intens te worden gebruikt. We mikken daarbij op 40 jobs per hectare voor logistiek, 80 jobs per hectare voor maakindustrie en 120 jobs per hectare voor kantoorjobs. Op alle drie de sectoren moeten we inzetten, met een focus op toegevoegde waarde logistiek, IT en ontwikkeling, circulaire economie en zorggerelateerde economie.
- De nieuw te ontwikkelen terreinen zijn: de Winningen, een nieuwe invulling voor SVK, kantoren in de stationsomgeving en gemengde economie op de oude ziekenhuissite. Ze moeten zorgen voor een gestage groei van jobs in onze stad. Het Eeckelaerthof in Belsele kan uitbreiden en aansluiten aan het bestaande industrieterrein.
Sint-Niklaas wil met Cocon een expertisecentrum uitbouwen rond circulaire economie. De gebouwen in de Heistraat moeten de plek worden waar innovatief rond hergebruik gewerkt wordt. Cocon moet een motor worden om nieuwe bedrijven op te starten en aan te trekken. Het zorgt ook voor de toeleiding en doorstroming van jonge bedrijven naar onze bedrijvenparken. Zo blijven deze activiteiten in onze stad. We kijken tegelijk graag naar het maatwerkbedrijf Den Azalee voor de op- en toeleiding van langdurige werklozen naar de reguliere economie.
2.2. Ruimte om te wonen
Vaak zullen nieuwe woningen meergezinswoningen zijn (flats, gestapeld of gekoppeld wonen), terwijl net de vraag naar eengezinswoningen hoog blijft. Daardoor swingen de prijzen voor ééngezinswoningen de pan uit.
Daarom moet een intensief woonbeleid zorgen voor een gepaste en betaalbare woning voor iedere bevolkingsgroep: eenpersoonsgezinnen of grote gezinnen, jonge gezinnen en oudere gezinnen. Dat doen we door een aanbodbeleid te voeren. Om wonen aantrekkelijk te houden voor jonge gezinnen moet ons beleid er ook op gericht zijn de ééngezinswoning te beschermen.
Onze stad zit met een sterk verouderd woonpatrimonium dat in tijden van hoge energieprijzen echt een opwaardering nodig heeft op het vlak van duurzaamheid. Vernieuwbouw moet dus zeker kunnen, maar tegelijk mogen we niet onder het mom van zuinig ruimtegebruik zomaar toestaan dat elke ééngezinswoning een flatgebouw(tje) wordt of dat woningen zomaar opgedeeld kunnen worden in kleinere units.
In de binnenstad en dorpen is verdichting nauw verbonden aan kwaliteit en leefbaarheid: openbaar vervoer in de buurt, voldoende buitenruimte, parkeren wordt opgevangen op eigen terrein en fietsenstallingen en afvalbergingen staan op de juiste en makkelijk te bereiken plaats zodat bewoners ze ook daadwerkelijk gebruiken zonder het openbaar domein te belasten.
Dit betekent dat het niet anders kan dat verdichting gepaard gaat met een zeker minimumvolume waarbij meerdere kavels samen een geheel vormen. Op die manier leggen we de lat hoger voor kwalitatief wonen in flats, anderzijds blijft de eengezinswoning gespaard van de blinde verdichtingsdrang.
Stadsvernieuwing krijgt pas een kans als we bouwprojecten toelaten die een impact hebben op de omgeving omdat er speelprikkels, publiek toegankelijk groen of recreatie mogelijk wordt. Indien de projecten voldoen aan duurzame verdichting, ecologische logica gekoppeld aan duurzame verplaatsingsintenties moeten ze een kans krijgen. Oude industriële en vaak vervuilde terreinen in binnengebieden kunnen zo gesaneerd worden en ruimte kan ter beschikking komen voor de buurt.
Ook het aansnijden van nieuwe gebieden voor wonen in de 3 groeiplekken van onze stad is noodzakelijk voor een aanbodbeleid: het geeft de nodige ruimte voor nieuwe en klassieke vormen van wonen, zowel meergezinswoningen als eengezinswoningen.
Activering van leegstaande en verwaarloosde woningen via een leegstands-en activeringsbelasting wordt verder gezet. Die belasting heeft zijn merites bewezen in de laatste jaren een heel activerend effect gehad.
2.3. Ruimte om te studeren
We willen meer onderwijskansen voor iedere kleuter en scholier. Nieuwe scholen moeten de bevolkingsgroei bijbenen zodat elk kind een opleiding op zijn maat in eigen stad kan volgen. Centraal staat de komst van een extra technische school in de stad.
Hoger onderwijs in de stad is een katalysator voor nieuwe bedrijven. We gaan actief in dialoog met hoger onderwijsinstellingen zoals Odisee en ondersteunen de opstart van graduaats-en bachelor opleidingen, zoals dat is gebeurd in de vorige legislatuur.
2.4. Ruimte voor winkels en horeca
In het stadscentrum profiteert kleinhandel en horeca van een groeiend en divers aantal consumenten die onze stad bezoeken om te werken en te wonen. We omarmen Waasland Shopping dat consumenten uit de ruime regio aantrekt en zoeken naar synergiën met de stadskern. Voor horeca en handel verschuiven we de focus van premiestelsels voor gebouwen naar de ondernemers zelf door deze premies te koppelen aan een verplicht coachingtraject, ondersteuning en begeleiding. Vooral de beginnende horeca is gebaat bij een actieve begeleiding.
2.5. Groene en aangename publieke ruimte dichtbij
De stad waar je graag woont heeft heel wat te bieden maar moet ook een aangename stad zijn met rustige, propere publieke ruimte op maat van iedereen.
De stadsvernieuwing zet zich door door verder te bouwen op de principes van de winkelwandellus en de Grote Markt: functionele ruimtes in combinatie met ruimte voor ontmoeting en groen. Het Regentieplein, de Regentiestraat, Zwijgershoek en de Zamanstraat sluiten de winkelwandellus aan de Houtbriel. Zwijgershoek wordt een gezellig park met behoud van de parkeercapaciteit in een parkeergebouw. Voor het Hendrik Heymanplein starten we een nieuw traject waarbij er ruimte is voor de verplaatste markt, parkeren en kleinschalige evenementen in een groen stedelijk kader.
De vergroening van de binnenstad zetten we door in de belendende straten met respect voor bewoners en de functie van deze straten. Ze heeft niet enkel een positieve impact op de uitstraling van onze stad maar zorgt ook voor meer waterveiligheid. Groenperken vertragen de afvoer van water en tegelijk zorgen ze voor verkoeling. Op die manier wapenen we ons ook tegen de klimaatverandering.
Deze vergroening vraagt een andere aanpak van het beheer van het openbaar domein. De klassieke aanpak van gescheiden beheer van groen, met intens groenonderhoud, en grijs (met het klassieke veegplan) is niet langer houdbaar met de nieuwe groenzones die erbij komen. Er wordt gezocht naar de transformatie van onderhoudsarm, dicht en extensief groenbeheer dat er iets wilder (‘gewild wild’) maar toch verzorgd uitziet zoals op de Houtbriel.
De verschillende zones in onze stad worden geveegd met oog voor alle vormen van publieke ruimte. Het onderhoud van deze zones door wijkploegen wordt geformaliseerd: zij worden verantwoordelijk voor de beeldkwaliteit van hun wijk en zorgen dat de juiste diensten (onderhoud, ruimen sluikstort, …) worden aangeleverd op het juiste moment.
We zetten versterkt in op klimaatadaptatie: vergroenen kan helpen om de verwachte regenval op te vangen. Maar alleen vergroenen is onvoldoende om overstromingen te vermijden of water vast te houden voor de droge periodes. Rioleringdossiers houden rekening met de vergrote vraag tot buffering en/of versnelde afvoer van water bij uitzonderlijke regenbuien. Het Aquafindossier N70 tussen zwembad en Driegaaienhoek is cruciaal om regenwater om onze stad te leiden in plaats van er los door.
Een belangrijk ander dossier voor de waterhuishouding en stadsvernieuwing is het dossier afkoppeling van de Molenbeek die de Grote Markt verbindt met de waterzuivering. Het openleggen van de Molenbeek op de site van SVK en het Sportkringpark zorgt voor de nodige buffercapaciteit, maar is tegelijk een mogelijkheid om de Westerbuurt en een deel van de Kroonmolenwijk aan te pakken (Hemelaerstraat, Kroonmolenplein, Dalstraat en Aerschotstraat) en de publieke ruimte op te tillen naar een hoog niveau.
2.6. Noodzakelijke functies dichtbij
We voeren een sterk sturend beleid om noodzakelijke functies zoals huisartsen, kinesisten, buurtsupers etc dicht bij de bewoners te krijgen. Dat doen we door inzicht te geven aan ontwikkelaars in de noden via een behoeftebarometer. een sturend stedenbouwkundig kader waarbij levende plinten met verschillende functies opgelegd worden door een actief ambtelijke begeleiding te voorzien bij vragen om zich te vestigen in Sint-Niklaas. Het huidige premiebeleid voor vestiging van horeca en winkels in de stadskern moet worden verfijnd zodat de premies terechtkomen enkel bij die zaken die complementair zijn met het al bestaande aanbod.
2.7. Ruimte voor stadsontwikkeling
Vanuit het bovenstaande blijkt al dat stadsontwikkeling in de komende bestuursperiode zich enerzijds zal richten op de planologische voorbereiding van de drie toekomstplekken (SVK, de Stationsomgeving en Moerland) en anderzijds op grote publiek-private ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de Reinaertgalerij.
Voor de drie toekomstplekken wordt een scherp profiel opgemaakt waar ontwikkelaars zich zullen moeten aan houden.
- SVK: bedrijvigheid, wonen en gemeenschappelijke functies (bv. een technische school) en indien mogelijk (water)recreatie.
- Stationsomgeving: wonen dicht aan de bestaande wijk en kantoren, school en vrije tijdsmogelijkheden dichter bij het station.
- Moerland: Wonen, ontspanning & sport, park en kantoorbedrijvigheid.
De stad houdt de ogen open om in aandachtswijken in te grijpen in het stadsweefsel door zelf gronden te verwerven, te partneren met publieke spelers (bv. huisvestingsmaatschappijen), publiek-private spelers (bv. PMV) of de private sector. Ze richt daarvoor best een vastgoedbedrijf op.
2.8. Mobiliteit
Het huidige mobiliteitsplan loopt op z’n einde (2015-2025). De doelstellingen voor meer verkeersveiligheid en leefbaarheid zijn (grotendeels) behaald: het aantal slachtoffers bij ongevallen is gedaald bij verhoogde mobiliteit en verkeersintensiteit en de snelheid in die wijken waar circulatiemaatregelen zijn genomen is sterk afgenomen. Echter, waar geen maatregelen zijn genomen is de verkeersintensiteit niet afgenomen. De acties onder de strategieën zijn afgerond maar we blijven voor sommige dossiers vaak afhankelijk van andere overheden die elk hun eigen motivatie en doelstellingen hebben.
Een mobiliteitsplan moet opgesteld worden voor de periode 2025-2035 en moet de nieuwe uitdagingen voor onze stad meenemen. Er moeten strategieën komen voor de opvang van mobiliteitseffecten van een exploderende bevolking.
Tenslotte komen veel frustraties over ‘verkeer’ uit een gebrek aan hoffelijkheid en respect voor de verkeersregels. Niet alles is dus op te lossen met infrastructuur of handhaving. Alle categorieën van weggebruikers dienen respect te tonen voor mekaar.
2.8.1. De fiets als stedelijk vervoersmiddel bij uitstek
Er zijn een heleboel ontbrekende schakels weggenomen en verschillende bovenlokale fietsroutes zijn opgewaardeerd en vernieuwd of zijn in aanleg: Hoogkamerstraat, Noordlaan, Zwaanaardestraat, Vijfstraten, Gentstraat en Nauwstraat, zijn uitgevoerd of in uitvoering. Mechelen-Terneuzen (F411), Houten Schoen, Damstraat, fietspad langs de Molenbeek zijn in voorbereidende fase.
We willen deze weg verder inslaan met de focus nu op het verbreden van de fietssnelweg F4 (Antwerpen-Gent) tussen Sinaai en Belsele, Hoge Bokstraat en het fietspad Klapperbeek – Turkyen - Huis Ten Halve en de Heihoekstraat als prioriteiten.
Binnenstedelijk hebben de zone 30, fietsstraten, voorrang voor fietsers op kruispunten en fietssuggestiestroken hun rol te spelen om fietsen aangenamer en vooral veiliger te maken. Tegelijk moet het duidelijker worden waar we de speedpedelec zien. Waar er onvoldoende plaats is zien we in de zone 30 en grotendeels in de bebouwde kom de speedpedelec op straat.
In de dichtbevolkte wijken organiseren we fietsparkeren om stoepparkeren tegen te gaan.
We zetten ook verder in op het verlichten van onze fietssnelwegen.
2.8.2. Stamassen busvervoer versterken
Het nieuwe busplan van De Lijn heeft ons openbaar vervoer sterk dooreen geschud. De bedoeling was het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken en veel meer vraaggestuurd te organiseren. Op die manier wordt het openbaar vervoer een alternatief voor de auto. Hoewel de verbindingen met de omliggende gemeenten sterk zijn verbeterd met snellere en frequentere verbindingen, blijven een aantal vragen onbeantwoord. Late bussen, zeker in het weekend (zeker tot middernacht) maar ook in de week (minstens tot 22u30), ook met omliggende gemeenten moet het frequenter. Sommige bestemmingen worden best wel terug worden bediend, bv. de Clementwijk, station Nieuwkerken en de begraafplaats Heimolen.
2.8.3. Het spoor als ruggengraat van het openbaar vervoer
Alhoewel de trein voor lokale overheden vaak een ver-van-mijn-bed-show lijkt is dit voor onze stad anders. We hebben vier stations op ons grondgebied en zijn daar terecht ook gehecht aan. Om een volledige mobiliteit in onze stad te kunnen garanderen, moeten deze vier stations dan ook open blijven.
De NMBS heeft de intentie getoond om de rechtstreekse trein naar Brussel af te schaffen tegen december 2024. Wij blijven dit een onaanvaardbare beslissing noemen en actief ijveren voor de rechtstreekse verbinding naar de hoofdstad.
Het is geen geheim dat Infrabel alle overwegen op lijn 59 wil sluiten. Dat willen ze doen om de capaciteit op die lijn te vergroten en om de veiligheid te verbeteren.
Het is ook geen geheim dat als de capaciteit steeds wordt verhoogd op die lijn, de slagbomen heel lang dicht blijven. Op het Wijnveld bv. zitten we bijna aan 25 minuten per uur! En dat heeft ook zijn impact op de leefbaarheid en bereikbaarheid.
N-VA is absoluut geen vragende partij voor het sluiten van de overwegen maar ook niet blind voor de uitdagingen. Indien Infrabel in Sint-Niklaas de 7 overwegen wil sluiten, moet het ook met een afdoende plan komen:
- De sociale cohesie en verbinding van het dorp aan beide zijden van de spoorweg moet gegarandeerd blijven.
- Er moet een mobiliteitsplan komen gebaseerd op een impactanalyse en streefbeeld voor de stations en overwegen. De opmaak van een streefbeeldstudie is ook één van de acties van het regionaal mobiliteitsplan (RMP) Waasland en is een absolute voorwaarde om verder te kunnen OF om te beslissen dat het sluiten niet kan.
- Een financieel uitgewerkt plan waarbij de stad niet ‘belast’ wordt.
- Een plan dat landschappelijk in te passen is in de omgeving.
- Een klaar communicatieplan naar alle belanghebbenden.
2.8.4. Parkeerareaal beter gebruiken
Wij willen ook de automobilist gastvrij ontvangen in onze stad en die bezoeker ook leiden naar een geschikte parkeerplaats. In de afgelopen jaren zijn er extra centrumparkings bijgekomen (denk aan SVK, Spoorweglaan, het vergrote Heymanplein). De bedoeling is om ook de bezoeker zo snel mogelijk naar de meest geschikte parkeerplaats te leiden en zo onnodig parkeerzoekverkeer tegen te gaan. Tegelijk is een sterk parkeerbeleid ook een garantie op meer leefbaarheid, door de afbouw van parkeerzoekverkeer en verkeersveiligheid door het bundelen van parkeren met slechts weinig conflictpunten.
De afbouw van het straatparkeren is een goede zaak voor de vergroening van straten of het aanleggen van fietspaden, afbouw van parkeerzoekverkeer en doorstroming van ander verkeer. Maar er moeten parkeeralternatieven voor bewoners worden blijven voorzien. Vandaar de introductie van buurtparkings op private terreinen: bv. VITAZ, Westerplein, Het Hof etc. De twee moeten hand in hand blijven gaan. We blijven actief zoeken naar die opportuniteiten. Vooral de Elisabethwijk heeft baat bij zo een oplossing zodat de stadsvernieuwing ook daar vooruit kan.
2.8.5. Auto-circulatiemaatregelen
Het circulatieplan in onze stad is stap voor stap uitgerold, telkens met meer verkeersveiligheid en leefbaarheid in het achterhoofd. Die leefbaarheid wordt ook bepaald door voldoende parking in de straat. Ook nu nog worden circulatiemaatregelen uitgetest op wijkniveau in verschillende straten in onze wijken. Er wordt hierbij vooral gekeken om bereikbaarheid, snelheid, ruimte voor de zachte weggebruiker en parkeren aan mekaar te knopen. De circulatiemaatregelen op de Grote Markt vormen het sluitstuk van het circulatieplan en moet de verkeersdruk op het centrum van de stad afbouwen.
Het vervolledigen van de tangentenstructuur rond onze stad blijft prioriteit nummer één. Ondanks de vooruitgang van de afgelopen jaren (er is een GRUP, 90% van de onteigeningen is gebeurd en de knoop van Europark-zuid is ontward) is er nog steeds veel werk aan de winkel om dit project ook echt gestart te krijgen.
Bij de heraanleg van wegen houden we rekening met de voetganger en fietser eerst. Veilige infrastructuur voor actieve weggebruikers trekt aan. Meer fietsers en voetgangers betekent meer ruimte voor de automobilist.
2.8.6. Landelijke wegen
De vergrote verkeersdruk heeft niet alleen effect op de verkeersdrukte in de stadskern en de dorpskernen maar ook meer en meer op de landelijke wegen. De bermen in deze smalle landelijke straten ondervinden steeds vaker schade door zwaar verkeer, sluipverkeer en vaak te hoge snelheden. Waar we vroeger nog met periodiek onderhoud de bermen in degelijke staat konden houden, is dat vandaag door die drukte niet meer mogelijk met klassieke middelen. Een aantal straten werd in de afgelopen periode succesvol aangepast met asfaltbanen ingebed in een betonstrook of grasdals. We moeten een aantal drukkere of onderhoudsintensieve landelijke straten versneld aanpakken in de eerste jaren van volgende bestuursperiode: Kolkstraat, De Mulderstraat, Zeveneekhoekstraat, …
2.8.7. Deelmobiliteit
Deelmobiliteit past binnen het nieuwe vervoerverhaal van Vlaanderen als een complementaire poot van vervoer maar ook op zichzelf kan het een toegevoegde waarde betekenen.
De stad subsidieert nu nog de Cambio deelauto’s tot alle wagens rendabel zijn. De N-VA wil inzetten op een tweede aanbieder die geen subsidies vraagt. Het subsidiëren van Cambio dooft uit.
Deelwagens worden ingezet om mee de parkeernorm van projecten naar beneden te herzien. We leggen in de toekomst op dat deelwagens moeten aangeboden worden binnen de bestaande systemen van deelmobiliteit.
Deelfietssystemen bevinden zich aan de belangrijkste Hoppinpunten (aangeboden door de vervoerregio). We zien erop toe dat dat we deze systemen verder versterken indien het gebruik toeneemt.
Deelsteps zijn een deel van de mobiliteitsmix in de stad en bijzonder handig voor de laatste kilometer van je traject, zeker in combinatie met de centrum- of randparkings. Tegelijk creëren ze ook weerstand en irritatie door het fenomeen van de ‘strooisteps’. Daarom voorzien we afdwingbaar vaste parkeerplaatsen in de kern.
2.8.8. Voetganger
Met een stijgende groep jongeren en ouderen, maar ook een groeiende groep andersvaliden is het redden van de stoep een belangrijke doelstelling. Het obstakelvrij houden van de stoep is het begin van een toegankelijk openbaar domein en het is van belang daar dus blijvend op toe te zien. Een stoep is echter vaak niet nodig aan beide zijden van de weg in woonwijken met doodlopende straten. Een gelijkgrondse aanleg van de hele straat in autoluwe zones heeft de voorkeur.
Als stad kunnen wij ook ons steentje bijdragen om de stoep obstakelvrij te houden: het vernieuwen en aanleggen van bredere voetpaden waar het kan en tegelijk het invoeren van fietsstalplaatsen weg van de stoep.
In de afgelopen bestuursperiode is stevig ingezet op een uniforme aanleg van schoolomgevingen, daar willen we verder op blijven inzetten. De toeleiding van voetgangers naar de school gebeurt best wel met brede en veilige voetpaden, waar dat vandaag nog niet het geval is.
2.8.9. Personen met een beperking
We werken mee aan een centrale database van parkeerrechten op Vlaams en/of federaal vlak waardoor mensen met een parkeerkaart meerdere wagens kunnen gebruiken. We zorgen ook voor meer parkeerrechten voor zorgwerkers.
Voor mindervaliden voorzien we vandaag al zo’n 300 parkeerplaatsen in de kernstad. Deze mogen nog verder worden uitgebouwd op die plaatsen waar publiekswerking is of publieke dienstverlening is.
Voor degenen die zichzelf niet of moeilijk kunnen verplaatsen werken we constructief mee aan de evaluatie van het gebruik van de Taxicheques en de werking van de nieuwe Minder Mobielen Centrale.
2.8.10. Elektrificatie en laadstrategie van het wagenpark
De elektrificatie van het wagenpark is niet meer af te stoppen. We rollen verder de laadstrategie uit waarbij elektrisch laden op het openbaar domein het laatste middel is.
We gaan ervan uit dat de meeste wagens thuis of op het werk worden geladen. We blijven particulieren en bedrijven stimuleren om hun laadinfrastructuur ter beschikking te stellen van derden.
Pas in de laatste instantie gaan we ervan uit dat wagens laden op het openbaar domein. Dat kan aan een van de laadpalen voorzien door Vlaanderen of op onze centrumparkings.
De N-VA is geen voorstander van kabelgoten om te kunnen laden op het openbaar domein maar het kan in heel precieze omstandigheden. Gebruikers betalen de installatie- én afbraakkost.
De stad ijvert ook bij de private aanbieders voor meer snelladers in snellaadstations of bij garages.
3. Een sociaal rechtvaardig Sint-Niklaas: een verhaal van rechten en plichten
De N-VA heeft een glashelder uitgangspunt: wie het moeilijk heeft, moet geholpen worden. Maar daar staat voor ons wel iets tegenover. Het leren van het Nederlands en het zoeken naar werk zijn basisvoorwaarden om recht te hebben op steun. We hervormen de kansenpas naar een duidelijker en eerlijker systeem.
Met de N-VA werken we aan een stad waar iedereen, van jong tot oud, zich ten volle kan ontplooien. Zo willen we voldoende kwantitatieve en kwalitatieve opvang met voorrang voor kinderen van ouders die werken of een opleidingstraject volgen. We zetten ons in om de capaciteit in het buitengewoon onderwijs, de b-stroom en de time-outprojecten te verhogen. Senioren zijn meer dan ooit van tel. We voeren een krachtig seniorenbeleid met een volwaardig dienstencentrum in Belsele en het noorden van de stad en zetten sterk in op het verkleinen van de digitale kloof.
Tenslotte, maar niet in het minst, botst onze stad met de aanwezigheid van twee opvangcentra op de grenzen van haar draagkracht. We ijveren bij de federale overheid voor de sluiting van asielcentrum Westakkers.
3.1. Senioren
Zo’n 20% van de Sint-Niklase bevolking is 65 jaar of ouder. Aangezien senioren steeds langer actief en gezond blijven, gelukkig maar, zal deze groep ook steeds groter worden. De N-VA wil een leeftijdsvriendelijk Sint-Niklaas dat oog heeft voor al haar senioren, of ze nu zeer actief zijn dan wel meer hulpbehoevend worden.
Zo moeten de publieke ruimte en het vrijetijdsaanbod ook rekening houden met onze iets oudere inwoners. Voetpaden die breed genoeg zijn en zonder te veel drempels zijn niet enkel goed toegankelijk voor rolstoelgebruikers, maar ook voor buggy’s.
Oud worden in eigen dorp of wijk moet steeds het uitgangspunt zijn. We zorgen dat mensen zo lang als ze kunnen en willen, comfortabel en zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. We zetten de renovatietrajecten voor het ‘seniorenbestendig’ maken van woningen verder, en zorgen er voor dat er steeds voldoende uitgebreid aanbod qua thuiszorg en thuisverpleging is.
Senioren die niet langer zelfstandig kunnen wonen, moeten steeds de mogelijkheid hebben naar een woonzorgcentrum te gaan in de deelgemeente of wijk waar zij wensen. Daarnaast kijken we samen met het Zorgpunt Waasland, de spelers uit het middenveld en de private sector, hoe we de kwaliteit en de betaalbaarheid in de Sint-Niklase woonzorgcentra kunnen garanderen.
We starten het vervangingstraject van woonzorgcentrum De Plataan op. Hier kijken we naar een nieuwe locatie, het liefst in het noorden van stad, gecombineerd met een dienstencentrum. We kijken hierbij ook naar mogelijke nevenfuncties op de site, zoals we bijvoorbeeld de kinderopvang op site Populierenhof hebben geïntegreerd. Ook in Belsele starten we een nieuw dienstencentrum, gekoppeld aan woonzorgcentrum Het Lindehof.
Binnen de stedelijke ouderenzorg blijft Zorgpunt Waasland onze eerste partner. We stimuleren het Zorgpunt Waasland om ook in te zetten op nicheverzorging waar het middenveld en de private partners minder aan tegemoet kunnen komen, zoals bijvoorbeeld jongdementie en Korsakov.
3.2. Armoedebestrijding
Inwoners die het moeilijk hebben, moeten geholpen worden. Punt. De N-VA is echter wel van mening dat hulpverlening zo veel als mogelijk een tijdelijk gegeven moet zijn. Voor het verkrijgen van hulpverlening vertrekken we van het verhaal van ‘rechten en plichten’: inwoners hebben recht op hulpverlening, maar daartegenover staan wel enkele engagementen: het leren van het Nederlands voor zij die onze taal niet machtig zijn en het actief op zoek gaan naar een job of het volgen van een opleiding voor mensen die nog kunnen werken. Daarnaast stimuleren we het aanleren van belangrijke vaardigheden als budgetbeheer.
We zetten in op de strijd tegen sociale fraude. Mensen die een leefloon krijgen en betrapt worden op onaangegeven inkomsten, verliezen het recht op steun. Bewoners van een sociale woning waar men kan aantonen dat zij volle eigenaar of vruchtgebruiker van een eigen woning zijn, verliezen het recht op een sociale woning. De overheid doet daarna steeds haar best om de onterecht uitgereikte steun zoveel als mogelijk terug te vorderen.
We hervormen het systeem van de kansenpas naar een puntensysteem en onderzoeken of we een UiTPAS op Waas niveau kunnen invoeren. Hierdoor garanderen we dat elke inwoner van onze stad actief kan genieten van vrijetijdsbesteding, maar maken we het systeem duidelijker en eerlijker. Het is de bedoeling te evolueren naar een getrapt systeem, om te voorkomen dat werken bestraft wordt als dan plots alle steunmaatregelen wegvallen.
We zetten het noodkoopfonds verder, zodat ook eigenaars met onvoldoende eigen financiële middelen via een renteloze lening hun huis duurzamer en energieneutraler kunnen maken.
Binnen het Welzijnshuis nemen we de huidige samenwerkingsovereenkomsten periodiek onder de loep om de juiste focus te blijven behouden en de vooropgestelde doelstellingen te behalen.
3.3. Psychisch welzijn
Als stad ondersteunen we initiatieven die actief bijdragen tot het psychisch welzijn van onze inwoners. Naast de twee grote psychiatrische ziekenhuizen Sint-Lucia en Sint-Hieronymus, en VITAZ steunen we ook kleinschaliger initiatieven als Tejo en het Overkophuis. Ook voor de stedelijke personeelsleden rollen we een beleid rond psychisch welzijn verder uit.
Binnen het OCMW bestendigen we de financiële tegemoetkoming voor psychologische ondersteuning voor onze inwoners die hier anders om financiële redenen niet aan toe komen.
3.4. Nieuwe gezinssamenstellingen
De gezinssamenstellingen in het Vlaanderen van 2024 zijn zeer divers. Nieuw-samengestelde gezinnen, een-oudergezinnen, alleenstaanden, kinderloze koppels, ... Het is belangrijk om in de ontwikkeling en uitvoering van het stedelijk beleid steeds rekening te houden met deze diverse typologieën.
3.5. Digitale geletterdheid en weerbaarheid
Het Vlaanderen van vandaag is een digitale samenleving, waar papier steeds vaker wordt ingewisseld voor een computer-, tablet- of gsm-scherm. Het is belangrijke ervoor te proberen die inwoners die (nog) niet zo mee zijn met de digitale ontwikkelingen hierin zo veel als mogelijk bij te staan Hiervoor is een bestendiging, en indien nodig een uitbreiding, van de digipunten een basispremisse. Daarnaast is het ook belangrijk dat de digitale weerbaarheid van al onze inwoners zo groot mogelijk is. Enkel op die manier kunnen we proberen voorkomen dat onze inwoners ten prooi vallen aan criminele feiten als phishing, online pesten en doxing, maar dat zij ook zelf de strijd kunnen aangaan tegen 'fake news'.
3.6. Sociaal wonen
We engageren ons om tegen 2035 een sociaal aandeel van 9% in onze stad te hebben. Hiervoor volgen we het groeipad dat de voorbije jaren door de stedelijke taskforce Sociaal Wonen samen met de sociale woonmaatschappij WoonST is uitgestippeld. Standaard leggen we bij bouwprojecten een sociaal aandeel van 10% op. Bij nieuwe projecten kijken we steeds naar de buurt waar het project in zal komen en zorgen we voor een mix om overbelasting van buurten te voorkomen. Indien de stad en de ontwikkelaar dit opportuun vinden, moet de mogelijkheid bestaan om het sociaal aandeel af te kopen. De Taskforce Sociaal Wonen van de stad kan dan beschikken over deze middelen om op andere locaties sociale projecten te faciliteren of ondersteunen.
Voor (kandidaat-)huurders geven we absolute voorrang voor inwoners van Sint-Niklaas handhaven we de Vlaamse regels: het leren van Nederlands voor zij die onze taal niet machtig zijn, geen volle eigendom of vruchtgebruik van een woning hebben, en het actief zoeken naar werk of volgen van een opleiding voor zij die daartoe in staat zijn.
WoonST omvat alle aspecten van het sociale woonlandschap: verhuur van eigen patrimonium, verhuur van particulier patrimonium, bouwen en verkopen van koopwoningen, en het verstrekken van sociale leningen. Cliënten van WoonST worden periodiek gescreend om een aanbod te kunnen doen dat het best aansluit bij hun persoonlijke situatie van dat moment.
We stimuleren WoonST om actief en op snel tempo hun eigen patrimonium verder te verduurzamen.
We stimuleren ontwikkelaars om creatieve woonvormen toe te passen in Sint-Niklaas (zoals huurkoop, coöperatieve woonprojecten, hamsterhuur, …) om betaalbaar wonen ook op de private markt te garanderen.
3.7. Kinderopvang
Kinderopvang blijft een cruciale dienstverlening. Niet enkel draagt het bij aan de sociale vorming van het kind, maar zorgt het er ook voor dat ouders kunnen gaan werken of een opleiding kunnen volgen. Om ouders in hun zoektocht naar kinderopvang zo veel als mogelijk te ontlasten blijven we het digitale aanmeldsysteem steeds optimaliseren.
De stad monitort alle omvormings- en uitbreidingsrondes om samen met het middenveld en de private sector maximaal nieuwe plaatsen in de kinderopvang aan te trekken. De prioriteit ligt hierbij op plaatsen met inkomenstarief. De stad probeert er voor te zorgen dat de plaatsen in de kinderopvang goed verspreid zijn over het hele grondgebied van Sint-Niklaas en begeleidt organisaties in het opzetten van nieuwe locaties.
Bij nieuwe, grootschalige woonprojecten brengen we steeds in beeld of er extra ruimte voor kinderopvang op de site moet worden voorzien door de bouwheer.
3.8. Buitenschoolse opvang
Net zoals kinderopvang is ook buitenschoolse opvang een cruciale dienstverlening die er voor zorgt dat ouders naast een gezinsleven ten volle kunnen kiezen voor professionele bezigheden. Door de invoering van het BOA-decreet (Buitenschoolse Opvang en Activiteiten) vanaf 2026 staat deze dienstverlening wel voor wat uitdagingen. Met het nieuwe decreet verliest de stad Sint-Niklaas potentieel een derde van haar subsidiëring (500.000 euro per jaar), terwijl het aantal organisaties dat aanspraak kan maken op financiële steun van de stad om buitenschoolse opvang te organiseren alleen zal toenemen. In de eerste plaats moet de stad Sint-Niklaas bij de Vlaamse overheid pleiten voor een stijging van de financiële middelen naar minstens het huidige niveau (1.500.000 euro per jaar). Ongeacht de financiële middelen die Vlaanderen ter beschikking zal stellen van Sint-Niklaas voor de organisatie en regie van buitenschoolse opvang ijvert de N-VA voor volgende zaken:
1. minstens een behoud van het nominale aanbod binnen de buitenschoolse opvang, en liefst een uitbreiding van het aantal plaatsen, zodat in de toekomst voor elke school buitenschoolse opvang aangeboden kan worden;
2. samen met stedelijke diensten, scholen, middenveld, verenigingen en private organisaties moeten kinderen via het BOA-decreet laagdrempelig kunnen proeven van de enorme verscheidenheid aan vrijetijdsinitiatieven die Sint-Niklaas rijk is. Deze moeten dienen als opstap naar volwaardige vrijetijdsbeleving. De stad faciliteert op maat van elke school, wijk en vrijetijdsinitiatief en brengt hen samen voor de uitwerking van het BOA-decreet, waarbij de stad optreedt als regisseur;
3. in het meest ideale scenario is er voor elk kind plaats in de buitenschoolse opvang. Indien er toch meer gegadigden dan beschikbare plaatsen zijn, wordt voorrang gegeven aan kinderen van werkende ouders of ouders die in een opleidingstraject zitten;
4. we onderzoeken hoe we het statuut van het stedelijk personeel dat actief is in de buitenschoolse opvang kunnen optimaliseren, bijvoorbeeld door zijdelingse betrekkingen te voorzien voor personeelsleden die liever geen gesplitste uren meer wensen.
Binnen de vakantieopvang is de speelpleinwerking een cruciale en laagdrempelige schakel die actief is in alle deelgemeenten. We blijven deze initiatieven ondersteunen en versterken.
3.9. Opvoeding / Huis van het Kind
Het Huis van het Kind is een laagdrempelige organisatie waar iedereen met vragen of problemen rond opvoedingsondersteuning terecht kan. Om deze laagdrempeligheid nog te versterken bekijken we samen met externe organisaties en de scholen om het aanbod van het Huis van het Kind nog makkelijker bij potentiële gebruikers te krijgen.
Door diverse oorzaken de afgelopen jaren (enorme stijging van de bouwprijzen, ongekende inflatie, …) waren we genoodzaakt om de bouw van een nieuwe bibliotheek en Huis van het Kind de afgelopen bestuursperiode jammer genoeg te schrappen. De N-VA blijft echter overtuigd van de meerwaarde van beide organisaties onder te brengen in hetzelfde gebouw op het Heymanplein.
Het Huis van het Kind herbergt zeer vele mooie initiatieven en organisaties. We analyseren deze periodiek om ‘dubbel op’ te vermijden en mogelijke hiaten op vlak van dienstverlening snel te detecteren en op te vullen. We leggen hierbij de nadruk op gezinsarmoede en gezinsoverkoepelende problematieken.
3.10. Onderwijs
Sint-Niklaas is een echte scholenstad, met haar 60 onderwijsinstellingen en 22.000 leerlingen maken zij ook een groot deel van onze gemeenschap uit. Het is de taak van de stad om de scholen en haar gebruikers dan ook bij te staan en te steunen waar nodig.
De kerntaak van scholen is kennisoverdracht. We proberen als stad de scholen zo maximaal mogelijk te ontlasten bij bredere maatschappelijke problemen die aanwezig kunnen zijn bij de leerlingen/ouders. We zorgen er tevens voor dat scholen goed op de hoogte zijn welke stedelijke instanties zij voor welke problemen kunnen bereiken. Ook voor huiswerkbegeleiding blijven we initiatieven ondersteunen.
Veiligheid op en rond de school moet een evidentie zijn, zowel voor leerlingen als voor personeel. Agressie tussen leerlingen of van leerlingen naar onderwijzend personeel, alsook illegale handelingen van gelijk welke vorm zijn uit den boze. We zorgen voor een goede lijn tussen scholen, politie en wijkwerkers, en ondersteunen projecten die preventief zulke zaken kunnen tegengaan.
Eén van de zaken waar we op moeten blijven inzetten zijn de NAFT-werkingen (Nauw Aansluitend en Flexibel Traject). NAFT is een belangrijk onderdeel om moeilijke leerlingen of klasgroepen die de schoolse dynamiek ernstig ontregelen of dreigen met schooluitval terug op het juiste pad te krijgen, de klasgroep tijdelijk te ontlasten, en het onderwijzend personeel extra handvaten te geven om hiermee om te gaan. Samen met de scholen onderzoeken we time-outprojecten om leerlingen tijdelijk extern te begeleiden en op te vangen.
Ongekwalificeerde uitstroom blijft een jammerlijk fenomeen waar we als gemeenschap tegen moeten blijven strijden. De beste garantie op een goede professionele carrière is nu eenmaal een diploma. De stad ondersteunt diverse projecten om deze uitstroom tegen te gaan, zoals Speed You Up.
Sint-Niklaas, en bij uitbreiding het Waasland, heeft een bovengemiddeld aantal leerlingen die zich aanmelden voor de B-stroom of feitelijk thuishoren in het buitengewoon onderwijs. We spreken onderzoekers aan om hier op middellange termijn oorzaken voor te duiden. In de tussentijd blijft de stad de scholen bijstaan in hun uitbreidingsdossiers. We staan de scholen bij met hun vergunningsdossiers en zoeken – indien nodig – samen met de scholen naar de geschikte grond voor nieuwe scholen of satellietafdelingen op te richten. We proberen de capaciteitsuitbreidingen in de eerste plaats te laten gebeuren in die afdelingen waar zich de grootste noden situeren: B-stroomonderwijs, technisch onderwijs en buitengewoon onderwijs (vooral type 2 (kinderen met een verstandelijke beperking) en type 9 (kinderen met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking).
Niet enkel voldoende plaatsen voor leerlingen zijn een cruciaal gegeven om iedereen kwalitatief onderwijs aan te kunnen bieden, ook voldoende leerkrachten die hun kennis willen overdragen aan deze leerlingen zijn nodig. We ondersteunen initiatieven die het leerkrachtenberoep positief in beeld brengen, zoals de scholierenoptocht ‘Word jij mijn leerkracht’ georganiseerd door Odisee.
We proberen Sint-Niklaas meer in de markt te zetten als hoger onderwijsstad. Odisee, als enige aanbieder hoger onderwijs op ons grondgebied, is hierbij onze eerste partner. We kijken samen met hen actief naar mogelijkheden om hun onderwijsaanbod uit te breiden, waar we vooral kijken naar bedrijfsmatige opleidingen. Naast een groot genoeg opleidingsaanbod, dragen randactiviteiten in even belangrijke mate bij tot het ‘studentenstadgevoel’. Het voldoende aanbieden van studentenkoten en het blijvend ondersteunen van de Studentenaftrap in samenwerking met Odisee en de Casino, horen hier zeker bij.
Tussen de stad en het onderwijsveld zijn er verschillende overlegstructuren. In het begin van de bestuursperiode bepalen we samen met de onderwijsspelers op welke prioriteiten in de volgende bestuursperiode moet worden ingezet. Zo voorkomen we dat we scholen overladen met steeds nieuwe initiatieven.
Als stad zetten we al jaren in op vergroeningsprojecten van scholen. We blijven scholen financieel ondersteunen en stimuleren om hun – vaak versteende – buitenruimte actief te vergroenen en ontharden.
We blijven steeds kijken om niet enkel de schoolomgevingen, maar ook de primaire aanrijbanen naar de scholen zo verkeersveilig als mogelijk te maken.
Tot slot ondersteunen we de verdere ontplooiing van de nieuwe Sint-Niklase scholierenraad secundair onderwijs en kijken we hoe we deze werking kunnen versterken en eventueel uitbreiden.
3.11. Stedelijk basisonderwijs
1 op de 8 leerlingen van het basisonderwijs loopt school bij het stedelijk basisonderwijs. Gavertje Vier in Belsele en de Droomballon in Nieuwkerken worden dan ook terecht erkend omwille van de kwaliteit die zij uitdragen. De stad blijft onze stedelijke basisscholen ondersteunen.
3.12. Integratie en inburgering
Sint-Niklaas is een gastvrije stad, dat staat voor ons buiten kijf. Maar aan deze gastvrijheid hangen natuurlijk ook enkele zaken vast. Zo mag enerzijds de draagkracht van onze stad niet overschreden worden, en verwachten we van de nieuwe Sint-Niklazenaren die zich hier willen vestigen, dat ze zich ook engageren om zich in te werken in de maatschappij door middel van integratie en taalverwerving. Al wie onze vrijheden en tradities, normen en waarden, kortom onze Vlaamse identiteit omarmt, heeft hier een toekomst.
Met twee opvangcentra, één in de Kasteelstraat en één op voormalig militair domein Westakkers, is de draagkracht van onze stad wat betreft de opvang van asielzoekers overschreden. De stad Sint-Niklaas moet blijven ijveren bij de federale overheid voor een realistisch afbouwscenario op korte termijn voor Westakkers.
OKAN-klassen (onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers) zijn voor ons de perfecte formule om kinderen snel te integreren op school: een taalbad, gecombineerd met leren meedraaien op school en lessen op maat, zijn de beste garantie om kinderen snel te laten doorstromen naar het regulier onderwijs.
Ook voor volwassenen die hier willen wonen, leven en werken start alles bij de kennis van het Nederlands. De uitdagingen zijn echter nog groot. Al te vaak stellen we vast dat Sint-Niklase inwoners met buitenlandse wortels oververtegenwoordigd zijn in de werkloosheids- en armoedestatistieken en ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs of pakweg tijdens participatiemomenten met het stadsbestuur.
Een woordje Nederlands kunnen meepraten is heel vaak de kern van de oplossing. Een stimulerend taalbeleid, dat gericht is op volwaardig burgerschap van elke Sint-Niklazenaar, is waar wij ons de volgende bestuursperiode nog meer op willen focussen. De verdere uitrol van het taalbeleidsplan en het creëren van oefenkansen Nederlands moet de komende bestuursperiode de nodige aandacht blijven krijgen, net als de grote aandacht voor activering, o.a. via vrijwilligerswerking en wijkwerken (het vroegere PWA) en in samenwerking met het opleidings- en oriënteringscentrum (OOC) van het OCMW en de VDAB.
De N-VA wil de strijd tegen de radicalisering niet enkel overlaten aan de politie. Verscheidene antennes kunnen radicalisering opmerken en signaleren via de verbindingsambtenaar.
Binnen de stad woont een aantal mensen zonder wettig verblijfsstatuut, wiens toekomstperspectief uitzichtloos is. Binnen de stedelijke diensten moeten zij een aanspreekpunt kunnen vinden dat hen informeert over de mogelijkheden van terugkeer naar hun land van herkomst.
3.13. Gezondheid
Via degelijke monitoring en een behulpzaam vergunningsbeleid proberen we te zorgen voor een goede spreiding van artsen en (para-)medische beroepen over het grondgebied van Sint-Niklaas, Belsele, Puivelde, Nieuwkerken en Sinaai. Ook voor mensen in armoede, voor wie een medische consultatie minder evident is, blijven we initiatieven als Tand-em (tandartsbezoeken voor mensen in armoede) en de wijkgezondheidscentra steunen. Daarnaast helpen we ook mee aan de verdere verspreiding van het telefoonnummer 1733 (huisartsenwachtpost) en ondersteunen we initiatieven van interdisciplinaire medische samenwerking waar mogelijk.
Algemeen Ziekenhuis VITAZ beoogt op termijn een verhuis naar de rand van de stad, om zo haar rol als Waas ziekenhuis (vlakbij de afrit van E17 en de baan naar Lokeren) volledig te kunnen benutten. Op de huidige site, pal in het centrum van onze stad, zit zij aan het maximum van haar groeipotentieel. Als stad ondersteunen wij het ziekenhuis bij de oprichting van haar nieuwe vestiging en nemen we de voortrekkersrol voor de herontwikkeling van de huidige ziekenhuissite.
4. Een bruisend Sint-Niklaas: inzetten op ontspanning en beleving
Een stad wordt pas echt leuk om te wonen als je ze ook ten volle kan beleven. Een rijk aanbod aan vrijetijdsmogelijkheden voor cultuurliefhebbers, sportievelingen, kinderen, jongeren en senioren is dan ook belangrijk.
De N-VA schuift de bouw van een nieuwe bibliotheek en Huis van het Kind als prioriteit naar voor. De plannen voor het Sportkringpark brengen we verder tot uitvoering. Aan De Witte Molen bouwen we een bijkomende sporthal. Sint-Niklaas kan al buigen op een stevig imago als jeugdstad. Dat willen we nog meer kracht bijzetten.
Mensen samenbrengen en een stad of dorp laten leven, dat doet een goed feest of evenement. De N-VA gaat daarbij voor een focus op wat onze stad echt onderscheidt: Sint-Niklaas als dé ballonstad, met als hoogtepunt de Vredefeesten, en Sint-Niklaas als de enige echte ‘Stad van de Sint’.
4.1. Evenementen
We focussen op de evenementen die de eigenheid van onze stad uitdragen en uitstralen binnen en buiten Sint-Niklaas: de ‘Vredefeesten’ en ‘De Stad van de Sint’ op nationaal niveau, en op Waas niveau met ‘Sint-Niklaas Wintert’ (met de kerstmarkten, ijspiste, ijsberenduik, winterfoor) en ‘Buitengewoon’ (met onder meer de Lekker Lokaalmarkt, de Dag van het Park, de lentedrink). We bouwen deze sterkhouders verder kwalitatief uit, waarbij we de traditie in ere houden en openstaan voor uitbreiding met nieuwe, innovatieve initiatieven.
De festiviteiten ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag bouwen we in het stadscentrum en in elke deelgemeente nog verder uit tot een breed Vlaams volksfeest.
De verschillende wijkkermissen, de kleinschaligere evenementen en buurtactiviteiten, de diverse activiteiten in de deelgemeenten op poten gezet door lokale verenigingen brengen mensen samen en versterken het gemeenschapsleven. Ze kunnen op maximale ondersteuning van de stad blijven rekenen. Ook voor het gebruik van het feestmateriaal kunnen de verenigingen blijven rekenen op de stad.
We verbeteren de stedelijke ondersteuning van evenementen. Hierbij denken we niet enkel aan financiële ondersteuning maar ook aan begeleiding op maat rond steeds moeilijkere vraagstukken voor organisaties zoals locaties voor evenementen, veiligheid, duurzaamheid en mobiliteit. We stroomlijnen procedures en vereenvoudigen de administratie hierrond zodat het organiseren van een evenement makkelijker en toegankelijker wordt.
Naast materiaal is het voorzien van voldoende en kwaliteitsvolle, moderne locaties voor evenementen essentieel. Gaande van eetavonden tot fuiven, verenigingen en organisaties moeten hiervoor hun plek krijgen binnen de stad en deelgemeenten om dit kostenefficiënt te organiseren.
De Grote Markt blijft na de heraanleg hét evenementenplein in ons stadscentrum. Het blijft de thuisbasis voor de Vredefeesten, de Stad van de Sint, Sint-Niklaas Wintert en de wekelijkse markt.
4.2. Cultuur
Als het over onze culturele infrastructuur gaat is voor de N-VA een nieuwe bibliotheek en Huis van het Kind prioriteit nummer één. Het is de gangmaker om het Hendrik Heymanplein op te waarderen tot een aantrekkelijk, multifunctioneel en aangenaam plein.
De stadsschouwburg heeft zijn limiet in capaciteit bereikt. De uitbreiding met een nieuw groot podium met 800 plaatsen is noodzakelijk om aan de vraag van onze verenigingen en grote, interessante culturele spelers tegemoet te komen. De N-VA ziet deze uitbreiding op de huidige site van de stadsschouwburg. Dit om de synergie te hebben met de huidige schouwburg, de academies en de nieuwe zaal. Maar ook omdat we het belangrijk vinden om deze culturele site in ons stadscentrum te houden, op wandelafstand van de andere culturele bakens, de bibliotheek en de museumsite, en dichtbij onze winkels, horeca, toeristische troeven.
Het cultuurcentrum ziet ’t Ey in Belsele en De Vlasbloem in Nieuwkerken als partners voor programmatie van (school)voorstellingen in de deelgemeenten.
Op de museumsite aan Zwijgershoek werd het Huis Janssens volledig gerenoveerd en omgebouwd tot ‘Curiosum – een huis vol herinneringen’. Het Mercatormuseum verhuist naar het STeM en bouwen we uit tot een modern cartografiemuseum. Dankzij de KOKW (Koninklijke Oudheidkundige Kring van het Land van Waas) hebben we een unieke collectie. Het wordt een echt belevingsmuseum met digitale snufjes en verrassingen. De ruimte van het huidige Mercatormuseum richten we in voor langer lopende tentoonstellingen (bv. van hedendaagse Wase kunst) en we creëren er tentoonstellingsruimte op maat van onze verenigingen (oa fotoclubs) en individuele kunstenaars.
De omgeving met het museumpark en de parking Zwijgershoek waarderen we op als museumpark met dezelfde kwaliteit van de winkelwandellus.
‘t Bau-huis fungeert tijdens de verbouwing van de stadsschouwburg als pop-up theater. Na afloop hiervan maken we een evaluatie over het gebruik van ’t Bau-huis als zaal voor podiumkunsten, beurzen en evenementen. Op basis van die conclusies geven we het een duidelijke functie om de nodige investeringen te doen.
Onze beide academies, d’ Academie Beeld en d’ Academie Podium, zijn top in Vlaanderen met samen bijna 5.000 leerlingen. De afgelopen bestuursperiode is er geïnvesteerd in een nieuwe inkomhal, in een echt STEAM lab en de opnamestudio is in volle opbouw. Dit geeft nieuwe mogelijkheden aan bestaande en nieuwe richtingen. Het behoud van goed uitgeruste klassen en ateliers is een voorwaarde om een kwalitatief kunstonderwijs aan te bieden.
Voor N-VA moeten de beide academies naar buiten blijven komen en willen we de toonmomenten sterker ondersteunen. Zo wordt om de drie jaar ‘De Nacht’ georganiseerd, een cultureel hoogtepunt in de stad en een toonbeeld van samenwerking met meer dan 5.000 bezoekers. Dit willen we nog versterken met meer uitstraling naar de stad.
De Vrije Ateliers vormen een speciale plek in de stad en is uniek in Vlaanderen. Zowel de volwassenwerking met o.a. de Open Ateliers als de vakantiewerkingen naar kinderen is een creatieve en sociale hefboom in de stad. Hun plek in de Rode Kruisstraat willen we renoveren om deze unieke werking verder vorm te geven. Zij kunnen verder een rol spelen binnen het nieuwe decreet buitenschoolse opvang.
Het verleden van onze stad moeten we blijven koesteren en onder de aandacht brengen. We zien de erfgoedverenigingen als echte partners en richten een erfgoedraad op die het stadsbestuur adviseert en initiatief neemt om ons prachtig erfgoed levendig te houden.
We hebben speciale aandacht voor onze parochiecentra. Het blijft bijzonder belangrijk voor het verenigingsleven om het voortbestaan van de zalen en vergaderruimtes in onze parochiecentra te behouden. Het stadsbestuur is een partner voor onze parochiale vzw’s om deze infrastructuur te verbeteren en te bestendigen.
Net zoals voor de sportverenigingen trekken we het budget voor infrastructuursubsidies aan de culturele verenigingen op, zodat verenigingen met een eigen infrastructuur deze verder kunnen optimaliseren of vernieuwen.
We voeren op Waas niveau een UiTPAS in, ter vervanging van de huidige Sint-Niklase kansenpas. De UiTPAS is een persoonlijke spaar- en voordeelkaart waarmee je punten kan sparen of kortingen kan krijgen bij vrijetijdsactiviteiten.
We koesteren onze culturele uithangborden met een nationaal of zelfs internationaal bereik: concertzaal De Casino, het platform voor hedendaagse kunst WARP, muziekclub ’t Ey en Theater Tieret. Daarnaast is Jeugdtheater Ondersteboven een belangrijke en waardevolle partner in de theateropleiding van kinderen en jongeren. Omwille van hun betekenis voor de stad verdienen ze onze blijvende steun.
Het cultureel ambassadeurschap zetten we voort en geven we een concretere en diepere invulling. Op die manier maken we van de verkozen ambassadeur een nog meer betrokken vertegenwoordiger van ons cultureel aanbod.
De cultuurraad is bezig aan een intern traject om haar werking te herorganiseren. Deze hervorming moeten we voortzetten naar ACCSI vzw (Activiteiten Cultureel Centrum Sint-Niklaas) en de verschillende commissies binnen cultuur.
4.3. Sport
Aan de Watermolenstraat is het Sportkringpark in ontwikkeling. Het sport- en recreatiepark telt meerdere sportvelden voor clubs en individuele sporters, een Finse piste, een speelbos én het nieuwe zwembadcomplex ‘De Watermolen’. Deze gemaakte plannen brengen we verder tot uitvoering.
Uit ruimtelijke studies blijkt dat Sint-Niklaas nood heeft aan een extra sporthal. De N-VA is voorstander van een clustering van sportinfrastructuur om dit kostenefficiënt te kunnen organiseren. We zien een clustering van binnensporten aan de site van De Witte Molen, waarbij we aansluitend op de Moerlandsite een nieuwe sporthal bouwen. De site van het Sportkringpark focust dan weer op verschillende buitensporten en zwemmen.
Net zoals voor de culturele verenigingen willen we het budget voor infrastructuursubsidies aan sportverenigingen optrekken zodat clubs met een eigen infrastructuur deze verder kunnen optimaliseren of vernieuwen. We investeren verder om onze voetbalclubs te voorzien van kunstgrasterreinen.
We maken werk van acties om zoveel mogelijk mensen aan het sporten te krijgen. We zetten daarbij in op alle leeftijden en specifieke doelgroepen. De stad helpt het brede sportaanbod van onze verenigingen verder bekend en bemind te maken. Ook een divers aanbod sportkampen laat de -12-jarigen proeven van gekende maar zeker ook minder gekende sporten.
We zetten daarnaast verder in op voldoende toegankelijke sportmogelijkheden in de openbare ruimte. Lidmaatschap met het bijhorende lidgeld in sport- of fitnessclubs mag geen drempel zijn om aan je fysieke conditie te werken. We gaan op zoek naar zichtbare en veilige plaatsen om sportvelden of -toestellen te plaatsen. Dit zijn topplekken voor programma’s om onze jeugd warm te maken voor een actieve levensstijl, want we hebben liever beweeg- dan hangjongeren.
Door te investeren in onze sportinfrastructuur, zoals bijvoorbeeld het olympisch bad in zwembad De Watermolen, het BMX-parcours in het Sportkringpark of het mountainbikeparcours Vossekot, creëren we ook hoogstaande trainingsinfrastructuur die toekomstige Sint-Niklase topsporters kunnen voortbrengen. Tegelijkertijd biedt deze infrastructuur de kans om er nationale topsportevenementen te organiseren. We blijven verder onze schouders zetten onder de organisatie van de Waaslandcross en de tweejaarlijkse passage van de Ronde van Vlaanderen.
4.4. Jeugd
Sint-Niklaas is een échte jeugdstad met een heel sterk jeugdverenigingsleven. Denk maar aan de talrijke jeugdbewegingen, de jeugdhuizen en speelpleinwerkingen. Onze jeugdbewegingen worden steeds populairder en trekken veel nieuwe leden aan. We investeerden de voorbije jaren stevig in jeugdinfrastructuur om hen een goed en veilig onderdak te geven. Die investeringen zetten we graag verder. Ook het jaarlijkse evenement van de Dag van de Jeugdbeweging, het moment bij uitstek waarbij het sterke jeugdbewegingsleven in de kijker wordt gezet, verdient onze blijvende steun.
Bijzondere aandacht willen we schenken aan de toekomst van onze jeugdhuizen. We zoeken naar initiatieven en ideeën om hun werking en publiek opnieuw te vergroten.
Het vrijetijdsaanbod voor 14 tot 22-jarigen is beperkt maar ook niet zo evident om te voorzien. Wij blijven voor deze doelgroep alvast platformen aanreiken om actuele vormen van sport, dans, muziek, kunst te beoefenen en evenementen hierrond aan te trekken. Zo denken we bijvoorbeeld aan e-sport, urban music, urban sport en dance en street-art.
Met KOLAB komt er een groot nieuw jeugdcomplex op het Sint-Nicolaasplein. Een echte jongerenplek in het centrum van de stad, met plaats voor het jeugdhuis en de jeugdorganisaties, een fuifzaal en ruimte voor jeugdige creativiteit. Na de realisatie van dit project kijken we verder hoe we het Sint-Nicolaasplein in functie van jeugd en horeca kunnen vergroenen en verjongen om er een aangename en aantrekkelijke plek om samen te komen van te maken.
We geloven dat deelname aan vrijetijdsactiviteiten de integratie van nieuwkomers bevordert. Dit gebeurt al heel vaak via sport maar nog te weinig via cultuur en jeugdwerk. We willen aan de slag om meer jonge nieuwkomers toe te leiden naar bijvoorbeeld muziekacademies en jeugdverenigingen.
De studeerplekken in Sint-Niklaas zijn nog te weinig gekend. We zetten in op meer en betere promotie.
Met ‘Het Binnenwerk’ hebben we in Sint-Niklaas een plek waar starters of jonge, creatieve ondernemers aan de slag kunnen. De N-VA wil nog meer dergelijke ruimtes, mogelijks gecombineerd met een telewerkplek met voorzieningen. We willen niet alleen meer toegankelijke ruimtes creëren zoals "Het Binnenwerk", maar ook meer inzetten op de ondersteuning en erkenning van jonge ondernemers die potentieel tonen en een meerwaarde bieden voor onze stad en daarbuiten. Die erkenning kan een stimulans zijn voor anderen om zich in te zetten voor ondernemerschap. Er bestaan reeds succesvolle ondersteuningstrajecten bij BAAS Sint-Niklaas, Unizo, Voka en Bepasin, die we verder zullen uitbreiden naar jonge ondernemers. We zorgen ervoor dat er voor hen ruimte is in de stad om te werken, te experimenteren, hun plannen verder te ontwikkelen en begeleiding te krijgen zonder grote financiële gevolgen of engagementen. Met flexibele werk- of vergaderplekken kunnen ook verschillende verenigingen er baat bij hebben.
Jongeren willen we bij het beleid blijven betrekken via een adviesraad.
We hebben met succes geïnvesteerd in speelplekken en speelstraten. Kinderen moeten immers kunnen buitenspelen en ze hebben ook een buurtversterkende functie. We zetten onze inspanningen om dit te bereiken verder.
4.5. Toerisme en stadspromotie
In heel Vlaanderen en tot ver buiten onze grenzen is Sint-Niklaas gekend als ‘ballonstad’ en ‘De Stad van de Sint’. Geen enkele andere stad bezit dergelijke troeven. De evenementiële hoogtepunten – de Vredefeesten en de sinterklaasperiode met o.m. de Dag van de Sint, het Huis van de Sint en Sint in de Piste – worden fel gesmaakt door heel wat Sint-Niklazenaars en Waaslanders en brengen ook tienduizenden bezoekers van elders naar onze stad. De N-VA wil onze ballon- en sinterklaastradities nog versterken en beter uitdragen. In aanloop naar en tijdens de Vredefeesten en de sinterklaastijd moet de ganse stad baden in een echte ballon-, respectievelijk sinterklaassfeer. Dit moet zichtbaar, hoorbaar en voelbaar gemaakt worden in heel de stad, in het bijzonder op drukke plaatsen en op de grote invalswegen. Daarbij kan o.m. gebruik worden gemaakt van aangepaste bevlagging en affichage, bestickering van vensters, sfeerelementen in etalages en winkelruimtes, een gericht aanbod aan scholen, woonzorgcentra, verenigingen en bedrijven, enz..
De N-VA is ervan overtuigd dat onze stad zich nog meer en beter in de kijker kan werken als toerisme en stadspromotie actief en slim samenwerken. Zo moeten we bijvoorbeeld onze twee topevenementen, de Vredefeesten en De Stad van de Sint, nog meer aangrijpen om ook de rest van onze stad met al zijn troeven nationaal en regionaal mee in de schijnwerpers te zetten.
Daarnaast blijven we ook onze andere toeristische troeven op een eigentijdse manier en volgens de laatste trends promoten. Een belangrijke focus wordt het Mercatorjaar 2025, met talrijke activiteiten rond Mercator en de heropening van het gloednieuwe Mercatormuseum als hoogtepunt. We vergeten uiteraard onze andere klassiekers niet: Reynaert De Vos, onze musea, het Art Deco-erfgoed en het landelijk karakter van onze deelgemeenten.
We zetten onze stad nog meer in de kijker als jeugdstad van Vlaanderen. Daarbij ondersteunen we onze jeugdverenigingen en verblijfplaatsen om jeugdtoerisme te vergemakkelijken en promoten. We zoeken actief naar de evenementen en hotspots gericht op jongeren om deze verder uit te bouwen en om meer volk naar hier te trekken.
We mogen terecht fier zijn op de prachtige realisaties van de voorbije jaren die ook buiten Sint-Niklaas in het oog springen, zoals de winkelwandellus en de op komst zijnde vergroende Grote Markt als uithangbord van een gezellige stadskern. Met deze projecten valt Sint-Niklaas op en dat moeten we ook toeristisch promoten. Ook de aantrekkingskracht van Waasland Shopping moeten we vanuit toeristisch oogpunt meer benutten. Door een sterkere connectie met Waasland Shopping kunnen we de bezoekers ook naar de stadskern lokken voor onze evenementen, musea, horeca, enz.
5. Een Sint-Niklaas met sterke deelgemeenten waarin we blijvend investeren
Sint-Niklaas beschikt over drie prachtige deelgemeenten (vier parochies) met een groen en landelijk karakter. Voor de N-VA is het evident dat we Belsele, Puivelde, Nieuwkerken en Sinaai met sterke verenigingen en geëngageerde mensen stevig blijven ondersteunen.
Met de N-VA verzekeren we de nabijheid van de stadsdiensten voor de inwoners. We behouden de administratieve en politionele dienstverlening in de deelgemeentehuizen, de bibliotheekvestigingen en we versterken verder onze culturele, sport- en jeugdvoorzieningen in Belsele, Nieuwkerken en Sinaai. Het staat in schril contrast met de landelijke trend waarbij in de dorpen bankfilialen, bankautomaten, postpunten en kleine supermarkten verdwijnen.
Deze nabijheid is essentieel, zeker voor de jonge gezinnen en ouderen in onze deelgemeenten. Voor onze senioren zijn daarbij ook de dienstencentra onontbeerlijk. Het is de plek die voor hen synoniem moet staan voor ontmoeting, ontspanning en hulp bij diverse vragen. De N-VA ijvert voor een nieuw dienstencentrum in Belsele en wil de bestaande dienstencentra verder uitbouwen.
Het landelijke karakter van onze deelgemeenten moeten we behouden. We pleiten ervoor om geen meergezinswoningen in buitengebied toe te laten.
De drie stations in de deelgemeenten moeten open blijven. N-VA Sint-Niklaas is tegen het sluiten van de overwegen. Dorpen mogen niet in twee worden gesneden. Wanneer Infrabel de overwegen toch wil sluiten, moet het voor de N-VA met een afdoend plan komen. Voor de N-VA betekent dit: er moet een mobiliteitsplan zijn met een analyse van de impact en een financieel plan waarbij de stad niet wordt belast, het moet landschappelijk passen in de omgeving en we verwachten klare communicatie. Tot op heden is hier geen sprake van.
Ook in de deelgemeenten moeten we onze parochiecentra blijven koesteren. Het blijft bijzonder belangrijk voor ons verenigingsleven en hun voortbestaan om voldoende zaal- en vergaderruimtes te behouden. Het stadsbestuur wil een partner zijn voor onze parochiale vzw’s om deze infrastructuur te verbeteren en te bestendigen.
De verbindende elementen in onze dorpen verdienen onze maximale ondersteuning. De kermissen, de volksfeesten naar aanleiding van de Vlaamse feestdag en de talrijke evenementen op poten gezet door de lokale verenigingen versterken de samenhorigheid in onze dorpen: ze mogen op de N-VA blijven rekenen. Jammer genoeg zien we in onze dorpen steeds meer handel en horeca verdwijnen. Diegene die er nog zijn moeten we alle kansen geven, zodat ze hun verbindende rol in het dorpsleven kunnen blijven behouden.
5.1. Belsele
Voor de N-VA is de absolute prioriteit voor Belsele de heraanleg van de Molenwijk. De rioleringen zijn helemaal op en dringend aan vervanging toe. De bovengrond vernieuwen we met het oog op het vergroenen en klimaatbestendiger maken van de wijk. In deze nieuwe Molenwijk willen we ook ontmoetings- en speelruimte voorzien. Daarnaast pakken we ook de rioleringen in de Schoonhoudtstraat – Dubbelhofstraat aan.
We behouden graag het groene en open karakter van Belsele. Om grotere bosgehelen te creëren is het logisch om de groene as Puivelde – Belsele richting Waasmunster te versterken met bosaanplant. Hiervoor zijn echter Vlaamse compenserende maatregelen nodig voor het huidige landgebruik.
We maken werk van de verbreding van de fietssnelweg F4 tussen het station van Sinaai en de Koutermolenstraat.
Kenmerkend en een echte troef van Belsele is het kloppend winkelhart met zijn sterke lokale handelaars. Deze moeten we koesteren, de initiatieven van de kleinhandel en middenstand blijven we ondersteunen.
De veiligheidsproblematiek op sommige pleintjes en in verdoken hoeken pakken we kordaat aan.
In Puivelde maken we werk van een masterplan ‘lokalen’. Samen met de parochie, de school en de verenigingen moeten we naar alternatieven zoeken voor het buurthuis St.-Job en het parochiecentrum. Kunnen we hier tot een samenwerking komen en zo een nieuwe invulling vinden voor de kerk?
5.2 Nieuwkerken
De voorbije bestuursperiode konden we in Nieuwkerken enkele mooie projecten realiseren. Het nieuwe Populierenhof, de aanleg van het Menapiërspark en een nieuwbouw voor de jeugdbewegingen op De Schakel zijn realisaties waar we trots op mogen zijn. De N-VA heeft alvast de ambitie om op deze ingeslagen weg verder te gaan.
De komende jaren is het aanpakken van enkele belangrijke fietspadendossiers cruciaal. Zo maken we werk van een complete heraanleg van de N451 over het deel Klapperbeekstraat, Huis ten Halve en Turkyen, met nieuwe rioleringen, een vernieuwde rijweg, verhoogde fietspaden en herinrichting van de zijstroken. Tegelijkertijd maken we ter hoogte van Turkyen ook werk van het beheersen van de afvoer van het regenwater bij overtollige neerslag.
Van het klinkerfietspad in de Heihoekstraat maken we een comfortabel fietspad.
Op het kruispunt aan Ten Bos voeren we de voorziene verkeersveiligheidsmaatregelen uit: een vierkant-groen fase voor fietsers en voetgangers, verhoogde toeleidende fietspaden en de inrichting van een Hoppinpunt. De N-VA blijft voorstander om het dorpsplein te verfraaien.
Nieuwkerken telt een aantal landelijke wegen of buitenstraten die we niet mogen vergeten. De bermen van deze straten bevinden zich in slechte staat. De N-VA wil ze herstellen en aanleggen met grasdals en/of uitwijkstroken.
Om het straatparkeren op de invalswegen te verminderen is er nood aan ‘parkeerpockets’ die het parkeren bundelen in de Nieuwkerkenstraat, Heihoekstraat en het begin van de Meesterstraat. Op die manier zorgen we dat het doorrijdend verkeer minder wordt gehinderd en er een vlottere verkeersdoorstroming is.
Het station, de perrons en de stationsomgeving in Nieuwkerken zijn sterk verloederd. Voor de N-VA verdient deze omgeving een aanzienlijke opwaardering.
Op de site van De Schakel kwam een mooie polyvalente nieuwbouw. De volgende jaren zal de focus liggen op het verduurzamen en energie-efficiënt maken van de oudere jeugdbewegingslokalen. De N-VA ondersteunt het optimaliseren van deze jeugdinfrastructuur graag verder.
In Nieuwkerken is er nood aan een nieuw cultuur- en ontmoetingscentrum. De zaal-infrastructuur is er sterk verouderd. Het parochiecentrum voldoet niet meer aan de huidige eisen, het Heemkundig Museum zit in een oud gebouw, het Nieuwkerkse verenigingsleven verdient beter. De N-VA wil initiatief nemen om samen met de parochie, de verenigingen, De Vlasbloem, het Heemkundig Museum en jongerencentrum ’t Verschil een nieuw volwaardig ontmoetingscentrum te bouwen.
Aan sporthal De Mispelaer waarderen we de buitenruimte en bijruimtes op. De nieuwe sporthal Stella Nova op De Ster biedt voor de N-VA ook plaats en kansen voor de Nieuwkerkse sportverenigingen.
De veiligheidsproblematiek op sommige pleintjes en in verdoken hoeken pakken we kordaat aan.
5.3. Sinaai
We investeerden al stevig in de site Ter Beke. De volgende bestuursperiode willen we het potentieel van deze site nog meer uitbouwen. We realiseren verder het speelbos, we blijven investeren in de speel-WIJ en zorgen voor extra trage doorsteken. De N-VA wil ook een oplossing voor de parkeerproblematiek. Daarnaast verdient de sporthal met cafetaria een sterke opwaardering.
Sinaai heeft nood aan een goede, waardige zaal met podium. In overleg met de parochie kijken we wat er in het parochiecentrum mogelijk is.
Het Tinelhuis kampt met een vochtproblematiek wat een renovatie onontbeerlijk maakt.
Ook de publieke ruimte in Sinaai verdient onze aandacht. Het huidige gebruik van de Dries willen we absoluut behouden maar een heraanleg wordt noodzakelijk, de grote hoogteverschillen moeten weggewerkt worden. De buitenstraten mogen we niet vergeten. Zeker in de Stenenmuurstraat is een herstel van de bermen met grasdals nodig.
We ondersteunen ook de verdere ontwikkeling van de Moervaartvallei – fase 2. Vanuit de provincie en de VLM (Vlaamse Landmaatschappij) zal er uitvoering gegeven worden om de Fondatie integraal zijn natuurfunctie te geven. De N-VA wil dat sportclub VOS Reinaert op de huidige plaats kan blijven en dat dit planologisch wordt vastgelegd. Hiertoe is een ontwikkeling (enkele sportpleintjes en parking) tussen de Cadzandstraat en hun terreinen wenselijk. Deze parking kan tevens een poortfunctie krijgen om de Fondatie als bezoeker te ontdekken.
Inzake mobiliteit leggen we de focus op het Wijnveld. We vernieuwen er het fietspad. Om het straatparkeren te verminderen is er nood aan een ‘parkeerpocket’ die het parkeren bundelt.
Bovenal is en blijft Sinaai een gemeente met een bruisend verenigingsleven en talrijke evenementen die het dorp samenbrengen. De N-VA ondersteunt hen graag verder.
6. Een proper en groen Sint-Niklaas
6.1. Milieu
6.1.1. Leefmilieu
Als verantwoordelijke partij willen we zorg dragen voor onze blauw-groene planeet, onze thuis die we geërfd hebben van voorgaande generaties. De N-VA vindt het belangrijk om onze aardbol te koesteren en te bewaren voor komende generaties. Ook lokaal kijken we met een ecorealistische blik naar onze stad en haar deelgemeenten.
Want een groene leefomgeving is een gezonde leefomgeving. Groene buurten zetten kinderen aan om buiten te spelen en doen volwassenen goesting krijgen om buiten te komen, sociale contacten te leggen en te onderhouden én meer te bewegen. Door wandelen en fietsen aantrekkelijker te maken, laten mensen spontaan hun auto meer aan de kant staan. Het nieuwe Sportkringpark, waar ook het nieuwe zwembad in aanbouw is, zal aanzetten tot sporten, spelen, genieten en ontmoeten.
We introduceerden de voorbije jaren reeds heel wat aangename, groene plekken in ons stadscentrum. We creëerden duurzame, groene concentraties op o.a. de Houtbriel en het Sint-Nicolaasplein en vanaf 2026 zullen onze stadsgenoten kunnen genieten van een nieuwe, groenere Grote Markt. Doorheen dit alles meandert de winkelwandellus, die als een ware verademing in de stadskern alle centrale plekken met elkaar verbindt. Met project 33 transformeren we (de ruimte onder) de spoorwegbrug tot een groene liaan doorheen het centrum. De N-VA wil dit beleid verder zetten.
Maar niet alleen meer groen en meer onderhoudsarm groen (gewild wild) is een noodzaak. Er dienen ook plaatsen te zijn waar de fauna tot rust kan komen. Deze zijn een noodzaak om de biodiversiteit, ook in de stad, hoog te houden.
Bossen zijn belangrijk voor de natuur, het klimaat en de mens. Wandelaars, jonge gezinnen en jeugdbewegingen maken er graag gebruik van. We blijven ijveren voor de uitbreiding van ons bosareaal en het toegankelijk maken van meer bossen.
6.1.2. Patrimonium
Gebouwen moeten zoveel als mogelijk energiezuinig en duurzaam zijn. Het stadsbestuur heeft hierbij een voorbeeldrol en past haar beleid toe op haar eigen patrimonium. Daarnaast zetten we in op het sensibiliseren en stimuleren van gezinnen, instellingen en bedrijven.
We bekijken de mogelijkheid om een platform te starten voor het hergebruik van bouwmaterialen. Bij afbraak-, nieuwbouw- en verbouwingswerken kan een beroep worden gedaan op dit platform.
6.1.3. Afval
Het achterlaten van zwerfvuil en sluikstorten heeft een zware impact op ons leefmilieu en is op zijn minst asociaal gedrag te noemen. Terecht ergeren inwoners met burgerzin zich hieraan.
Het opruimen heeft vaak veel én snel inzetbaar personeel nodig. Het kostenplaatje loopt intussen ook hoog op. Vaak is een glasbak of een afvalcontainer een echte aantrekkingspool voor sluikstorters. We willen dit bestrijden met lichtsensoren en camera’s bij containers die hier vaak mee te maken hebben. Wie betrapt wordt op sluikstorten, kan bovendien niet alleen bestraft worden met een GAS-boete, maar kan ook een taakstraf opgelegd worden om recidivisten harder aan te pakken. Naast voor ‘de vervuiler betaalt’, gaan we nu ook resoluut voor ‘de vervuiler ruimt op’.
Cijfermateriaal van Miwa, onze afvalintercommunale, toont aan dat de invoer van de DIFTAR-regeling tijdens de voorbije bestuursperiode een positieve impact had op ons sorteergedrag en bijdroeg tot een kritischer benaderen van ons eigen afvalbeheer. We gaan met DIFTAR verder op dit positieve elan.
6.2. Asbest in onze stad
Dat de terreinen van SVK in het centrum van onze stad enorme mogelijkheden geven voor verdere stadsontwikkeling staat buiten kijf. Maar voor ons is het duidelijk dat dit alleen kan met een grondige screening en diepgaande sanering van de gronden. SVK heeft hier een zeer grote verantwoordelijkheid op te nemen.
Asbest is gebruikt in meer dan 1.000 toepassingen. Binnen Miwa is al heel wat expertise opgebouwd en bekijken we hoe we de burgers maximaal kunnen ondersteunen. Met de N-VA willen we dit beleid maximaal ondersteunen en willen we in Sint-Niklaas koploper blijven in het ondersteunen van onze inwoners om Sint-Niklaas asbestvrij te maken.
6.3. Landbouw
Vanuit verschillende hoeken is de druk op de landbouw, tuinbouw en het agrarisch ondernemen de jongste jaren enorm toegenomen. Dit vloeit hoofdzakelijk voort uit Europese regelgeving. Onze boeren dienen hierdoor hun bedrijfsvoering in sneltempo aan te passen en dat is niet steeds realistisch.
Onze land- en tuinbouw is een economisch gegeven en gaat gepaard met grote investeringen. (Jonge) agrarische ondernemers willen zekerheid. Ze moeten steeds perspectief op midden lange termijn kunnen krijgen. Als N-VA Sint-Niklaas willen we hier absoluut onze rol spelen. Samen kunnen we de transitie naar een duurzamere bedrijfsvoering gestalte geven.
Daarnaast wil de N-VA de lokale initiatieven rond landbouwbeleving, korte keten en verbreding maximaal ondersteunen. We faciliteren ook verder de sterke paardensector in onze stad, zowel naar paardenhouderij als naar paardensport.
In onze snel groeiende stad is ruimtegebruik zeer belangrijk. Woonbehoefte wordt grotendeels opgevangen door verdichting en inbreiding, maar er is ook nood aan meer (speel-)bos, meer groen, meer natuur. Dit moeten we verzoenen met behoud van open ruimte voor landbouw. De juiste ‘bestemmingen’ willen we steeds verankeren in een wettelijk kader. Om al deze doelstellingen op elkaar af te stemmen is een goed overleg met de land- en tuinbouwers noodzakelijk. De landbouwraad is hiervoor een zeer belangrijk overlegorgaan.
6.4. Waterbeheersing
Het beschermen van woningen en hun bewoners bij overvloedige neerslag is onze hoogste prioriteit. Goed onderhouden beken en bufferbekkens zijn hier van het grootste belang. We volgen van kortbij hydrologische studies op over ons grondgebied en bekijken of er nog extra bufferbekkens nodig zijn. De grootste zorg gaat hier naar Nieuwkerken.
Betere infiltratie en verdere ontharding zullen tevens een deel van het antwoord zijn. We onderzoeken verder wat we kunnen doen bij droogte.
Het verder uitrollen van de aanleg van gescheiden rioleringen geeft meer mogelijkheden en zorgt ervoor dat we meer grachten en beken in open bedding kunnen aanleggen. Dit zullen we steeds meenemen in de volgende projecten.
6.5. Dierenwelzijn
De N-VA is pionier in Vlaanderen op het gebied van bewustwording én regelgeving omtrent dierenwelzijn. De komende bestuursperiode wil de N-VA deze regelgeving verder toepassen op haar grondgebied, op redelijke maar doortastende wijze, in het belang van het algemene welzijn en welbevinden van onze beestige vrienden.
We blijven bij het verbod op het gebruik van vuurwerk door particulieren. Het vrij afsteken van vuurwerk door particulieren leidt tot luide knallen en lichtflitsen op niet-voorspelbare momenten. De impact ervan op dieren is erg groot en vaak nefast, met een verbod vermijden we dit.
De dierenpolitie heeft een belangrijke taak bij het voorkomen, vaststellen en beteugelen van dierenmishandeling. We informeren onze inwoners over het bestaan van de verantwoordelijken dierenwelzijn binnen de politiezone, zodat de burger een duidelijk aanspreekpunt heeft waar hij terecht kan bij het vaststellen van een misdrijf.
We duiden onze inwoners op de wettelijke sterilisatieplicht, waarbij katten ten laatste op 5 maanden gesteriliseerd of gecastreerd moeten worden. Daarnaast is er een wettelijke identificatie- en registratieverplichting waarbij katten voor de leeftijd van 12 weken moeten gechipt en geregistreerd worden op CatID. Dit om gevonden of overleden dieren te kunnen herenigen met hun baasje. Naast sensibiliseringsacties via de stad en onze dierenpolitie, bekijken we ook om een mobiele tentoonstelling op te zetten met interactief materiaal voor jong en oud.
De voorbije jaren kwamen er reeds enkele hondenuitloopweides bij in onze stad. Honden hebben namelijk nood aan beweging en contact met andere honden. Ook in het nieuw aan te leggen Sportkringpark voorzien we een hondenlosloopweide, mét zwemzone voor onze Sint-Niklase viervoeters.
7. Tot slot
7.1. Participatie naar essentie
Op initiatief van de N-VA is de afgelopen twaalf jaar intensief geïnvesteerd in moderne vormen van participatie. Om op die manier de bevolking en de verenigingen volwaardig bij het beleid te kunnen betrekken en de juiste insteek te bezorgen om er als stadsbestuur verder mee aan de slag te gaan. Af en toe werden ook methodieken ontwikkeld die te ver gingen. We willen ons participatiebeleid tot de essentie brengen. Geen participatie om te participeren, maar om wel degelijk dingen uit te leren om ons beleid verder te kunnen uitbouwen.
7.2. Stad als werkgever
Het personeelsbeleid van de stad is de laatste jaren serieus gemoderniseerd. Via een objectief aanwervingsbeleid de juiste mensen op de juiste plaats krijgen, via een warm HR-beleid de juiste mensen op de juiste plaats houden. Hierbij komen ook ernstige evaluatieprocedures kijken. De N-VA wil die ingeslagen weg verder bewandelen. Met daarbij extra aandacht voor de moeilijkheden waarmee de stad als werkgever geconfronteerd wordt: voldoende vaktechnisch en leidinggevend personeel vinden op een krappe arbeidsmarkt. Daarnaast willen we ook diensten onderling nog beter laten samenwerken en kent dienstverlening en neutraal, klantvriendelijk personeel voorrang op bureaucratische benaderingen. Het stedelijk personeel zijn immers de eerste ambassadeurs van onze stad. Daarnaast voorzien we voldoende stimulansen om ons personeel tevreden te laten zijn op de werkvloer.
7.3. Gezond financieel beleid aanhouden
Twaalf jaar geleden startte op initiatief van de N-VA een intens besparingstraject. Bepaalde dienstverlening werd stopgezet of overgeheveld naar andere instanties, personeel werd afgebouwd, uitgaven werden zeer kritisch bekeken. Hiervan hebben we de afgelopen bestuursperiode op budgettair vlak de vruchten van geplukt: bepaalde dienstverlening, waaronder de politie, werd uitgebreid, belangrijke investeringsprojecten konden, ondanks de gestegen kostprijs omwille van de oorlog in Oekraïne, worden gefinancierd. Bovendien konden we de aanvullende personenbelasting verlagen van 8,5 naar 7,5%.
Op dit budgettair orthodox pad moeten we verder gaan: investeren in maatschappelijk belangrijke noden, zonder daarbij te vervallen in allerlei zotternijen. We blijven de uitgaven verder kritisch bekijken en sturen bij waar nodig. We zetten verder in op het fondsenwervingsbeleid waaronder de subsidiemogelijkheden van andere overheden. We maken werk van een helder beleid rond privésponsoring en we stellen nodeloze interne structuren in vraag. Met andere woorden: blijven inzetten op een gezond financieel beleid is de beste garantie om klaar te zijn voor de maatschappelijke uitdagingen van de toekomst.
7.4. Dynamische hoofdstad van een dynamische regio
De stad Sint-Niklaas is deelgenoot van tientallen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden die actief zijn op uiteenlopende beleidsdomeinen. De N-VA pleit voor een verregaande hervorming en – waar mogelijk – samenvoeging van de bestaande structuren binnen de regio Waasland – dit overeenkomstig het regiodecreet 2023 van het Vlaams Parlement. In het Waasland met zijn 300.000 inwoners en 7 steden en gemeenten moet Sint-Niklaas zich als centrum en hoofdstad profileren. In onderling overleg kan elke stad of gemeente die dit wenst zich specialiseren in een bepaald domein.